Aansluitschema en installatie
Alle 485 communicatiekabels tussen elke module en terminalmodule naar de centrale
controller zijn dubbeladerige afgeschermde verdraaide kabels. Specifieke bedrading zoals
de onderstaande tabel:
Voorwaarden voor installatie
Installeer het apparaat niet in de buurt van apparaten die elektrische interferentie
veroorzaken, zoals een AC-motor, radiozenders zoals netwerkrouters en
consumentenelektronica.
Andere producenten van elektrische ruis zijn bijvoorbeeld computers, automatische
deuropeners, liften of andere apparatuur die geluid kan produceren.
Installeer niet op natte locaties.
Het veroorzaakt een storing als u installeert op een plaats die heftig schudt.
Installeer niet op de plaats waar het wordt blootgesteld aan direct zonlicht of in de buurt van
de hitte. Dit veroorzaakt een storing.
Montage controle
Bevestig eerst de montageplaat aan de muur. Het gebruik van een gereedschapskist heeft
de voorkeur. Gebruik A en B gaten voor een doos van 86 mm, gebruik C- en D-gaten voor
een doos van 120 mm. Let op de UP indicator.
A
De lengte van de signaallijn
≤100
100 <x≤200
200 <x≤300
300 <x≤400
400 <x≤500
C
D
Bedradingsafmeting
2
0,3 mm
× 2
2
0,5mm
×2
2
0,75mm
×2
2
1,25mm
×2
2
2mm
×2
B
52