6.
Onderhoud / service
Het systeem moet regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd op een perfecte
werking. Jaarlijks onderhoud voor technisch perfect functioneren door een gespecialiseerd
bedrijf is – gebaseerd op DIN 1988 deel 8 – aanbevolen.
Gebreken of storingen moeten onmiddellijk worden verholpen.
De operator moet ervoor zorgen dat er altijd voldoende zout in het systeem zit om ervoor
te zorgen dat het systeem naar behoren functioneert.
7.
Opslag en transport
Het systeem mag alleen in de originele verpakking vervoerd worden. Opslag mag
alleen vorstvrij zijn en niet naast sterke warmtebronnen staan. Let op de
vervoersinstructie aangegeven op de verpakking.
8.
Installatie
De installatie van het systeem moet voldoen aan de geldende normen en
voorschriften.
Aansluiting montageblok
Sluit voor aanvang van de werkzaamheden de hoofdafsluiter.
Open vervolgens een kraan er achter om de resterende waterdruk
kwijt te raken.
Het montageblok zit in de installatielijn na de watermeter, het waterfilter en, indien van
toepassing, de drukregelaar.
Let bij het montageblok op de stroomrichting (pijl op het montageblok).
De testkraan (voorkant) en plug (achterkant) plaatsen volgens de
stroomrichting.
Sluit de twee buitenste kleppen van het montageblok. Open vervolgens de middelste
bypass klep. De hoofdafsluiter kan dan weer worden geopend. Het water stroomt nu door
de bypass van het montageblok heen. Controleer op lekken.
Riolering
Er moet een rioolaansluiting zijn in de buurt van de installatieplaats. De afvalwaterslang
kan maximaal 120 cm van het systeem naar de riolering omhoog drukken. De lengte mag
max. 6 meter zijn met een kleine hellingshoek.
Sluit de afvalwaterslang (diameter 12 mm) aan op de afvoeraansluiting (aan de achterkant van de
bedieningskop) van de regelklep. Bevestig de verbinding met een slangklem.
Sluit de overloopslang aan op de overloop van de kastbehuizing (aan de achterkant van
het zoutreservoir)
Leid de uiteinden van de slangen naar de afvoeraansluiting (beide afzonderlijk alstublieft,
niet met een T-stuk aansluiten → terugstroomrisico!)
Gebruik een open aansluiting en / of een terugstroombeveiliging (risico op terugstroom).
Zet de slangen voldoende vast (risico op uitglijden door drukstoten).
Verbinding verzachtend systeem
Lijn het systeem uit op de gewenste positie op grondniveau. Zorg ervoor dat de ondergrond
waterpas en schoon is.
Puin of stenen kan de behuizing beschadigen.
Verbind de aansluitingen van de regelklep (1" buitendraad) met flexibele gepantserde
slangen met de aansluitingen van het montageblok (1" buitendraad).
V.O.F. REM, KalkREM, Lindestraat 96, 7545MD Enschede, E-mail: verkoop@kalkrem.nl
6