Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Eigenschappen van maaidek
Dit maaidek is voorzien van een systeem
waarbij u met twee knoppen het contact tussen
snijplaat en messenkooi kunt afstellen. Dit
vereenvoudigt de afstellingsprocedure die is vereist
om optimale maairesultaten te verkrijgen. Dankzij
de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de
twee stelknoppen/snijbalk, zal de machine zichzelf
voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp
blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit en
vermindert aanzienlijk de noodzaak om de maaidekken
routinematig te wetten.
Dagelijkse afstelling van het
maaidek
Elke dag voordat u gaat maaien of als dit vereist is, moet
u controleren of het contact tussen de snijplaat en de
messenkooi bij elk maaidek correct is afgesteld. U moet
dit controleren, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.
1. Laat de maaidekken neer op een stevig oppervlak,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Draai de messenkooi langzaam in de
tegenovergestelde richting en luister of de
messenkooi en de snijplaat contact maken. Indien
er geen contact is, moet u de stelknoppen van de
snijplaat telkens één klik naar rechts draaien, totdat
u voelt en hoort dat er licht contact wordt gemaakt.
Opmerking: De stelknop heeft pallen waarmee
elke aangegeven positie van de snijplaat telkens met
0,018 mm kan worden veranderd.
3. Indien het contact te zwaar is, moet u de
stelknoppen van de snijplaat telkens één klik
linksom draaien, totdat er geen contact meer is.
Draai vervolgens de stelknoppen telkens één klik
rechtsom, totdat er licht contact wordt gemaakt.
Belangrijk: Zorg ervoor dat er altijd een licht
contact tussen de snijplaat en de messenkooi
is. Als er geen licht contact is, zullen de
snijranden van de snijplaat/messenkooi
zichzelf onvoldoende slijpen. Dit zal ertoe
leiden dat de snijranden na verloop van tijd
bot worden als gevolg van het gebruik. Als het
contact te zwaar is, zullen de snijplaat en de
messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten en
kan de maaikwaliteit achteruitgaan.
Opmerking: Als de messen van de messenkooi
voortdurend tegen de snijplaat aan lopen, zal er
op het oppervlak van de voorste snijrand van de
snijplaat over de gehele lengte een lichte braam
ontstaan. Als u de voorste snijrand af en toe
bijvijlt om de braam te verwijderen, zullen de
maairesultaten verbeteren.
Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide
uiteinden van de snijplaat een groef ontstaan.
Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen met
de snijrand van de snijplaat ten behoeve van een
soepele werking.
11