Basisfuncties
Tips en voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de batterij
• A ls de batterij bijna leeg is, wordt het batterijpictogram leeg weergegeven.
• A ls de batterij volledig leeg is, kan het apparaat niet direct worden ingeschakeld wanneer de
oplader is aangesloten. Laat een lege batterij enkele minuten opladen voordat u probeert het
apparaat in te schakelen.
• A ls u meerdere apps tegelijk gebruikt, netwerk-apps gebruikt of apps waarvoor een verbinding
met een ander apparaat is vereist, raakt de batterij snel leeg. Als u wilt voorkomen dat er geen
stroom meer is tijdens een gegevensoverdracht, moet u deze apps altijd gebruiken nadat de
batterij volledig is opgeladen.
• A ls u een andere voedingsbron dan de oplader gebruikt, zoals een computer, kan dit zorgen
voor een lagere oplaadsnelheid vanwege een lagere elektrische stroom.
• U kunt het apparaat tijdens het opladen blijven gebruiken maar hierdoor kan het wel langer
duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
• A ls de stroomvoorziening instabiel is wanneer het apparaat wordt opgeladen, functioneert het
aanraakscherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de oplader los van het apparaat.
• T ijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Als de batterij warmer
wordt dan normaal, houdt de oplader mogelijk op met opladen.
• A ls uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het apparaat en de oplader naar een Samsung-
servicecenter gaan.
Spaarstand
Bespaar het batterijniveau door de functies van het apparaat te beperken.
Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Batterij → Spaarstand en tik dan op de
schakelaar om deze in te schakelen.
Als u automatisch de spaarstand wilt inschakelen wanneer de resterende batterijduur het vooraf
ingestelde niveau gebruikt, tikt u op Spaarstand starten en selecteert u een optie.
12