WIELEN, BANDEN
Achterwiel uitbouwen
x
12.3
Achterwiel inbouwen
x
12.4
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Verminderde remwerking door olie of vet op de remschijven.
–
Remschijven beslist olie- en vetvrij houden en indien nodig behandelen met een remmenreiniger.
–
Motorfiets met hefbok opkrikken. (
–
Kettingkast demonteren. (
–
Moer
verwijderen.
–
Ring
en kettingspanner
700439-01
–
Steekas
geschoven.
–
Achterwiel zover mogelijk vooruit schuiven. Ketting van het kettingwiel nemen.
–
Achterwiel vasthouden en steekas eruit trekken. Achterwiel uit de achterbrug
nemen.
Info
Rempedaal niet indrukken bij gedemonteerd achterwiel.
Het wiel altijd zo neerleggen, dat de remschijf niet wordt beschadigd.
100819-10
–
Wiellager op beschadiging en slijtage controleren.
»
Wanneer de wiellager beschadigd en/of versleten is:
–
Wiellager vervangen.
–
Steekas
Duurzaam vet (
–
Achterwiel in de achterbrug tillen en positioneren.
–
Steekas
–
Ketting erop leggen.
100819-11
–
Kettingspanner
–
Kettingspanner
draaien.
–
Kettingspanning controleren - bij het inbouwen van het achterwiel. (
–
Controleren of de kettingspanners tegen de stelschroeven liggen.
–
Moer
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer steekas achter
–
Rempedaal meerdere keren intrappen tot de remplaketten tegen de remschijf lig-
700439-10
gen en er een drukpunt aanwezig is.
–
Kettingkast monteren. (
–
Motorfiets van hefbok nemen. (
pag. 27)
pag. 40)
afnemen.
alleen zover uittrekken, dat het achterwiel naar voren kan worden
x
reinigen en invetten.
pag. 84)
met ring
en kettingspanner
positioneren en steekas helemaal inschuiven.
en ring
positioneren. Moer
pag. 40)
pag. 27)
insteken.
monteren, maar nog niet vast-
M12x1
40 Nm
59
pag. 44)