SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
Kettingspanning instellen - na controle
10.38
Kettingspanning instellen - bij inbouwen achterwiel
10.39
Kettinggeleiding instellen
10.40
Info
De grootte van het kettingwiel verschilt afhankelijk van het aantal tanden. Bij een kleiner kettingwiel kan de kettinggeleiding
worden aangepast.
»
Als de kettingspanning niet met de voorgeschreven waarde overeenkomt:
–
Kettingspanning instellen - bij het inbouwen van het achterwiel.
(
–
Moer
losdraaien.
–
Moeren
–
Kettingspanning door het draaien van de stelschroeven
Voorgeschreven waarde
Kettingspanning
Stelschroeven
ner tot de achterbrug links en rechts gelijk is en het achterwiel is uitgelijnd op
het voorwiel.
700452-10
–
Moeren
–
Controleren of de kettingspanners
–
Moer
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer steekas achter
–
Moeren
–
Kettingspanning door het draaien van de stelschroeven
Voorgeschreven waarde
Kettingspanning
Stelschroeven
ner tot de achterbrug links en rechts gelijk is en het achterwiel is uitgelijnd op
het voorwiel.
–
Moeren
700452-11
x
–
Kettingkast demonteren. (
–
Schroef
–
Kettinggeleiding positioneren.
–
Schroef vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis
–
Kettingkast monteren. (
700459-01
pag. 45)
losdraaien.
links en rechts zo draaien, dat de afstand van de kettingspan-
vastdraaien.
tegen de stelschroeven
losdraaien.
links en rechts zo draaien, dat de afstand van de kettingspan-
vastdraaien.
pag. 40)
losdraaien.
pag. 40)
links en rechts instellen.
5... 8 mm
liggen.
M12x1
40 Nm
links en rechts instellen.
5... 8 mm
M6
10 Nm
45