RIJ-INSTRUCTIES
Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfname
7.1
Info
Voor iedere rit de toestand van het voertuig controleren en vaststellen of deze verkeersveilig is.
Tijdens het rijden moet het voertuig technisch in een onberispelijke staat zijn.
–
Transmissieoliepeil controleren. (
–
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. (
–
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren. (
–
Remplaketten van de voorwielrem controleren. (
–
Remplaketten van de achterwielrem controleren. (
–
De werking van het remsysteem controleren.
–
Koelmiddelpeil controleren. (
–
Vervuiling van de ketting controleren. (
–
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren. (
–
Kettingspanning controleren. (
–
Toestand van de banden controleren. (
–
Bandenspanning controleren. (
–
Vuilschrapers van de vorkpoten reinigen. (
–
Vorkpoten ontluchten. (
–
Luchtfilter controleren.
–
Instelling en bedieningsgemak van alle bedieningselementen controleren.
–
Regelmatig controleren of alle schroeven, moeren en slangklemmen goed vastzitten.
–
Brandstofvoorraad controleren.
Starten
7.2
Gevaar
Gevaar voor vergiftiging Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg hebben.
–
Als u de motor laat draaien moet u altijd voor voldoende ventilatie zorgen, de motor niet in een gesloten ruimte starten of
laten draaien zonder een geschikte afzuiginstallatie.
Aanwijzing
Beschadiging aan de motor Hoge toerentallen bij koude motor hebben een negatief effect op de levensduur van de motor.
–
Motor altijd met een laag toerental warmrijden.
Info
Als de motorfiets niet goed start kan dat worden veroorzaakt door oude brandstof in de vlotterkamer. De licht ontvlambare stof-
fen in de brandstof vervluchtigen als de motorfiets langere tijd stilstaat.
Als de vlotterkamer met verse ontsteekbare brandstof is gevuld zal de motor meteen starten.
Stilstand van motorfiets van meer dan 1 week
–
Vlotterkamer van de carburateur aftappen.
–
Kartelschroef op de brandstofkraan tegen de klok in draaien tot de aanslag.
Nu kan er brandstof van de brandstoftank naar de carburateur stromen.
–
Motorfiets van de bok nemen.
–
Versnelling in vrij schakelen.
Motor koud
–
Chokehendel tot de aanslag omlaag drukken.
–
Kickstarter krachtig en volledig intrappen.
Info
Geen gas geven.
pag. 67)
pag. 49)
pag. 50)
pag. 55)
pag. 63)
pag. 41)
pag. 41)
pag. 60)
pag. 60)
pag. 27)
pag. 27)
(
pag. 66)
x
pag. 54)
pag. 43)
15