Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
F6. Metronoomvolume
Gebruik deze functie om het
metronoomvolume aan te passen.
Instelbereik:
Standaardinstelling: 10
OPMERKING
SNELLE MANIER:
U kunt direct naar de metronoomfuncties
knop [TEMPO/FUNCTION] te drukken, terwijl de knop
[METRONOME] ingedrukt wordt gehouden.
F7. MIDI-functies
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in de
MIDI-instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI het
gedeelte 'Informatie over MIDI' (pagina 48).
F7.1:
Selectie van MIDI-zendkanaal
In elke MIDI-opstelling moeten de MIDI-kanalen van de
zendende en ontvangende apparaten overeenkomen
voor een juiste gegevensoverdracht.
Met deze parameter kunt u om het kanaal aangeven dat
door het instrument wordt gebruikt voor het verzenden
van MIDI-data.
Instelbereik:
Standaardinstelling: 1
OPMERKING
• In Dual worden de gegevens van voice 1 verzonden via het
aangegeven kanaal. In Split worden de gegevens van de
rechtervoice verzonden via het aangegeven kanaal. In Dual
worden de gegevens van voice 2 verzonden op het eerstvolgende
hogere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In Split
worden de gegevens van de linkervoice verzonden op het
eerstvolgende hogere kanaalnummer dan het aangegeven
kanaal. In beide gevallen worden er geen gegevens verzonden
als het zendkanaal is ingesteld op 'OFF'.
• Song-gegevens worden niet verzonden via de MIDI-aansluitingen.
De kanalen 3-16 van externe songs worden echter wel verzonden
via de MIDI-aansluitingen, afhankelijk van de instelling
Songkanaalselectie (pagina 43).
F7.2:
Selectie van MIDI-ontvangstkanaal
In elke MIDI-opstelling moeten de MIDI-kanalen van de
zendende en ontvangende apparaten overeenkomen
voor een juiste gegevensoverdracht. Met deze parameter
kunt u om het kanaal aangeven dat door het instrument
wordt gebruikt voor het ontvangen van MIDI-data.
Instelbereik:
Standaardinstelling: ALL
44
P-155 Gebruikershandleiding
1–20
gaan door op de
1-16, OFF (niet verzenden)
ALL, 1&2, 1-16
OPMERKING
• ALL:
'Multitimbraal' ontvangen. Dit maakt gelijktijdige ontvangst van
verschillende partijen op alle 16 MIDI-kanalen mogelijk, waardoor
het instrument songdata met meerdere kanalen kan ontvangen
van een muziekcomputer of sequencer.
1&2:
Ontvangst '1&2'. Dit maakt gelijktijdige ontvangst op alleen kanaal
1 en 2 mogelijk, waardoor het instrument alleen de op kanaal 1 en
2 ontvangen songdata van een muziekcomputer of sequencer kan
afspelen.
• Programmawijzigingen en andere boodschappen dan
kanaalboodschappen die worden ontvangen, hebben geen
invloed op de paneelinstellingen van het instrument of wat er
wordt gespeeld op het toetsenbord.
F7.3:
Lokale besturing ON/OFF
'Lokale besturing' verwijst naar het feit dat normaal het
toetsenbord van het instrument zijn interne
toongenerator bestuurt, waardoor de interne voices
direct vanaf het toetsenbord kunnen worden bespeeld. In
deze situatie is 'Lokale besturing' ingeschakeld, aangezien
de interne toongenerator lokaal wordt bestuurd door het
eigen toetsenbord.
Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het
toetsenbord van de niet de interne voices bespeelt, maar
de desbetreffende MIDI-informatie nog wel wordt
verzonden via de aansluiting MIDI OUT als er noten op
het toetsenbord worden gespeeld. Tegelijkertijd reageert
de interne toongenerator wel op MIDI-informatie die via
de aansluiting MIDI IN wordt ontvangen.
Instelbereik:
ON/OFF
Standaardinstelling: ON
F7.4:
Programmawijziging ON/OFF
Normaal gesproken reageert het instrument op MIDI-
programmawijzigingsnummers die worden ontvangen
van een extern toetsenbord of ander MIDI-apparaat,
waardoor de overeenkomstig genummerde voice wordt
geselecteerd op het overeenkomstige kanaal (de
toetsenbordvoice verandert niet). Het instrument
verzendt normaal ook een MIDI-
programmawijzigingsnummer als een van zijn voices
wordt geselecteerd, waardoor de overeenkomstig
genummerde voice of het bijbehorende programma
wordt geselecteerd op het externe MIDI-apparaat, als het
apparaat is ingesteld op het ontvangen van en het
reageren op MIDI-programmawijzigingsnummers.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en
verzending van programmawijzigingsnummers te
annuleren, zodat voices op het instrument kunnen
worden geselecteerd zonder het externe MIDI-apparaat
te beïnvloeden.
OPMERKING
Zie 'Indeling van MIDI-gegevens' op pagina 62 voor informatie over
programmawijzigingsnummers voor elk van de voices van het
instrument.
Instelbereik:
ON/OFF
Standaardinstelling: ON