Als er geen ingebouwde microfoon aanwezig is, kunt u in plaats daarvan
een externe microfoon aansluiten.
Geavanceerde apparaatinstellingen
Op dit tabblad kunt u het type hoofdtelefoon of microfoon kiezen en
apparaten selecteren wanneer een extern apparaat is aangesloten.
U kiest als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1.
2.
3.
Wanneer een externe hoofdtelefoon of microfoon is aangesloten, kunt u de
multi-streamfunctie voor weergave of opname in- of uitschakelen onder
Afspeelapparaat of Opnameapparaat op dit tabblad.
Doe het volgende als u de multi-streamfunctie voor afspelen/opnemen wilt
gebruiken:
1.
2.
3.
Energiebeheer
Op dit tabblad kunt u de configuratie van energiebeheer voor audio
aanpassen om energie te besparen.
Informatie
Op dit tabblad worden ook de versie van het stuurprogramma en de
gebruikersinterface weergegeven.
Videomodus
De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het
dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten ->
Instellingen -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend
beeld of van het wegvallen van beeld.
Gebruikershandleiding
Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting.
Klik op de tab Geavanceerde apparaatinstellingen.
Selecteer een van de apparaten in de lijst onder ANALOOG voor het
aangesloten apparaat.
Selecteer Laat interne en externe uitvoerapparaten twee
verschillende audiostromen tegelijk afspelen of Scheid alle
ingangsaansluitingen als onafhankelijke invoerapparaten.
Klik op Starten -> Instellingen -> Systeem -> Geluid ->
Volumemixer.
Kies verschillende apparaten in de vervolgkeuzelijst.
4-20