1.
2.
3.
4.
5.
6.
Automatische sluimerstand
De computer kan zo worden ingesteld dat automatisch de sluimerstand
wordt geactiveerd wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit.
U definieert deze instellingen als volgt:
1.
2.
3.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele
ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit
te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Herstel
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de herstelopties
die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Gebruikershandleiding
Klik op Starten -> Alle apps -> Windows-hulpprogramma's en
dubbelklik op Configuratiescherm.
Klik in het Configuratiescherm op Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer.
Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
2-12