Vermijdt echter metaal op metaal- verbindingen, omdat deze tot schadelijke radiostoringen
leiden. De aansturingen in de romp kunnen naar wens ook met nylonbuisjes uitgevoerd
worden. In elk geval moet de aansturing voor het bespannen van de romp ingebouwd
worden. De uitgangsopeningen van de aansturingen moeten met afvalstukjes balsa ingelijst
worden, zodat de bespanning op deze plaats goed vastzit. Nylonbuisjes moeten in de romp
op een of twee plekken gefixeerd worden, om deze in de juiste positie te houden en tijdens
het aansturen niet verbuigen.
De schakelaar kan op een willekeurige plaats ingebouwd worden, bij voorkeur op een plaats
waar geen brandstof kan komen. Om het Scale- karakter van het model niet te storen, wordt
deze binnenin de romp op een afvalblokje gemonteerd en via een draad bediend welke door
een gaatje in de zijkant of in de bodem naar buiten leid.
De ontvangeraccu wordt met schuimrubber en elastieken omwikkeld en zo ver mogelijk naar
voren onder de tank ingeklemd. Aanbevolen wordt om de accu in een klein plastic zakje te
plaatsen en de accukabel met plakband af te dichten om de accu tegen brandstof te
beschermen.
Op dezelfde manier wordt de ontvanger met schuimrubber omwikkeld, om tegen motor-
trillingen te beschermen. Plaats deze eveneens in een plastic zakje. Berg dit pakje op onder
of over de servo's, wanneer er voldoende ruimte aanwezig is. Denk er wel aan, dat zich de
ontvanger tijdens een kunstvlucht-manoeuvre niet mag verschuiven.
12.)
VLIEGINSTELLINGEN
Plaats het model in horizontale positie op een tafel. Houdt een rechte lat onder het staartstuk
en controleer met een meetlat of de vleugel de juiste invalshoek heeft. De onderzijde van de
vleugel moet aan de vleugelvoorkant, waar zich het triplexstuk voor de cockpit- steundraad
bevind, om 0,31 cm hoger zijn dan de vleugel onder aan de eindlijst. Als de invalshoek niet
juist is, corrigeert u deze, door onder de neuslijst of onder de eindlijst een kleine wig te
plaatsen. Voer deze correctie voor het bespannen uit.
De volgende roeruitslagen worden voor de eerste testvlucht aangeraden. Alle afmetingen
zijn aan de achterkant van de roeren gemeten. Na de testvluchten kunt u de uitslagen
aanpassen op uw vliegstijl door te vergroten of te verminderen.
AANBEVOLEN ROERUITSLAGEN
Hoogteroer . 1,27 cm hoog, 1,27 cm diep
Rolroer . 0,95 cm hoog, 0,95 cm diep
Richtingsroer . 2,54 cm in beide richtingen
Controleer zorgvuldig uw gehele afstandsbesturinginstallatie, controleer ook de functies bij
een lopende motor, voordat u de eerste testvlucht uitvoert. Dit voorkomt een hoop
problemen, als de motor voor de inbouw in het model goed ingelopen en de carburateur op
een teststand of in een ander vliegtuig nauwkeurig ingesteld is. Een zorgvuldig
uitgebalanceerd en uitgelijnd model met een betrouwbare motor en een functionerende
afstandsbesturing zijn de voorwaarden voor een succesvolle testvlucht.
12