10.)
DECALS
Knip de decals met een scherpe schaar. Laat rond de motieven een rand van ongeveer 0,07
tot 0,15 cm staan. Zorg er voor dat u de hoeken rond knipt. Bevochtig de ondergrond op
welke de decals aangebracht worden met een zeepsopje (het beste wat afwasmiddel).
Plaats de decals op het model en druk met een balsaspatel het water weg. Laat alles
drogen. Op die manier blijven na het drogen geen luchtbellen onder de decals achter.
11.) EINBAU DER FERNSTEUERUNG
De meest gebruikelijke methode om servo's te installeren is het gebruik van de met de
afstandsbediening meegeleverde of als accessoires verkrijgbare servoframes. Deze worden
voor de rompservo's op hardhouten dragers geschroefd of bij de vleugelservo's op
triplexplankjes. De juiste toepassing van deze bevestigingen is meestal gedetailleerd
beschreven in de handleiding van de afstandsbediening.
Servo's voor welke geen kunststof- inbouwframes te verkrijgen zijn, kunnen direct op 0,95
cm harthouten latjes, die schuin in het cockpit ingebouwd zijn, geschroefd worden en wel
naast elkaar, zoals in de tekening te zien is. Door de in de bevestigingsgaten van de servo's
geplaatste rubberen tulen, worden geleidingsgaten voor de schroeven geboord. Laat tussen
de servo's een afstand van 0,31 cm, indien mogelijk, en plaats in elk geval de rubberen tulen,
zodat de servo's niet direct op de harthouten dragers liggen.
Met een onderlegschijfje en houtschroeven worden dan de servo's op de dragers
geschroefd. Druk de tules niet te veel in elkaar met de schroeven, anders kunnen trillingen
van de motor op de servo's overgedragen worden. Het onderlegschijfje moet net tot aan de
rubberen tule komen zonder deze in elkaar te drukken.
Het rolroerservo wordt in een opening gemonteerd, die in de onderste middenbeplating
tussen hoofdligger en achterligger gesneden wordt. In deze opening wordt een 0,31 cm
triplexplankje aan de bovenste beplating gelijmd, op welke de servo geschroefd kan worden.
De servo komt dan een stuk in de cockpit omdat de vleugel niet diep genoeg is. Als er geen
kunststofhouder voor de rolservo verkrijgbaar is, kan deze ook op een hardhouten plankje
geschroefd worden, die in de bovenste beplating gelijmd wordt. De sturing van de
rolroerhevel in de vleugel bestaat uit 0,15 cm draad.
Voor sommige servo's is het noodzakelijk, de bevestiging voor de tuimelaar naar de vleugel
te verplaatsen, om een rechte aansturing van de servoarm te verkrijgen. Het is zeker aan te
bevelen, om de servo-inbouw eerst te testen en in te bouwen, voordat de vleugel bespant
wordt. Maak voor het rolroerservo geen al te grote openingen in de vleugelribben. Maak een
0,15cm draad puntig en open daarmee de gaten in de ribben die voor het inbouwen van de
servo nodig zijn.
De tekening laat een geschikte manier zien, om een "Z" in een draaduiteinde te buigen voor
een aansturing of om een verbinding naar een nylon tuimelaar te maken. De aansturing moet
door de ribben gestoken worden, voordat de tuimelaar vastgeschroefd wordt.
Soldeerverbindingen naar de tuimelaar worden niet aangeraden, omdat door de hitte van de
soldeerbout het nylon vernield kan worden. De aansturingen in de romp bestaan uit harde
vierkante 0,63 cm balsa. De uiteinden van de 0,15 cm draden worden omwikkeld en rondom
met lijm voorzien. Voor de aansluiting van de aansturingen naar de servo's zijn in de SIG
catalogus ook gemakkelijk demonteerbare stuurstangenaansluitingen verkrijgbaar.
11