HFDST. XI
Werking van de toestellen
Veiligheids- / afvoerklep (FrostControl)
n
De FrostControl is een autonome veiligheids- en afvoerklep
die zonder stroom werkt. Bij risico op bevriezing leegt ze
automatisch de inhoud van de boiler via een aftapbuisje. Een
automatische schoksgewijze drukcompensatie vindt plaats via
de veiligheidsklep in geval van overdruk in het systeem.
C C C C
b b b b
a = draaischakelaar in de positie « In werking »
b = drukknop in de positie « Gesloten »
c = drukknop in de positie « Afvoeren »
d = aftapbuisje (gaat door de vloer van het voertuig naar
buiten).
1) Sluiting van de afvoerklep:
Controleer of de draaischakelaar in de positie « Ïn werking »
staat (positie a), dat wil zeggen dat deze parallel staat aan de
watertoevoer en ingeschakeld is.
40
a a a a
d d d d
Het is slechts wanneer de temperatuur op de afvoerklep
boven de ongeveer 7° C is dat deze met de hand gesloten kan
worden met de drukknop (positie b) en de boiler gevuld.
Sluit de afvoerklep door de drukknop te bewegen. De drukknop
moet in de positie (b) « Gesloten » vastklikken.
2) Automatische opening van de afvoerklep:
Wanneer de temperatuur op de afvoerklep lager komt dan
ongeveer 3° C gaat deze automatisch open en de drukknop
springt (positie c) en het water van de boiler stroomt weg via
het aftapbuisje (d).
3) Handmatig openen van de afvoerklep:
Draai de draaischakelaar 180°totdat deze vastklikt: de drukknop
springt (positie c). Het water stroomt weg via het afvoerbuisje
(d).
Om ervan verzekerd te zijn dat het water goed kan wegstromen
moet het afvoerbuisje (d) van de FrostControl altijd vrij zijn van
viezigheid (smeltende sneeuw, ijs, dode blaadjes etc).
Het recht op garantie geldt niet voor schade die te wijten is
aan bevriezing !
?
WC
!
WC
!