Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

P(F)-Karakteristieke Curve Instellen; Bedrijfsmodi Van Het Multifunctionele Relais; Bedrijfsmodus Van Het Multifunctionele Relais Wijzigen - SMA SUNNY TRIPOWER 5.0 SMART ENERGY Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SMA Solar Technology AG

9.12.3 P(f)-karakteristieke curve instellen

De karakteristieke curve is conform de landspecifieke gegevensrecord vooringesteld. Aanpassingen
kunnen via de parameterinstellingen worden uitgevoerd. Stem de configuratie af met uw
netwerkexploitant.
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 9.9, pagina 82).
Werkwijze:
1. In de parametergroep Installatie- en apparaatbesturing > Omvormer > Conf. van de
netintegratiekarakteristieken > Karakteristiek de parameter Aantal gebruikte
steunpunten instellen.
2. In de parametergroep Installatie- en apparaatbesturing > Omvormer > Conf. van de
netintegratiekarakteristieken > Steunpunten van karakt. 3 de waarden voor de
steunpunten invoeren.

9.13 Bedrijfsmodi van het multifunctionele relais

Bedrijfsmodus van het
multifunctionele relais
(Mlt.OpMode)
Schakeltoestand nood-
stroom (BckOpModActl)
Ventilatorbesturing
(FanCtl)
Storingsmelding (FltInd)

9.14 Bedrijfsmodus van het multifunctionele relais wijzigen

Standaard is het multifunctioneel relais ingesteld op UIT. Als u voor een beschikbare bedrijfsmodus
(zie hoofdstuk 9.13, pagina 85) hebt gekozen en de elektrische aansluiting in overeenstemming
met de gewenste bedrijfsmodus en de bijbehorende aansluitvariant hebt uitgevoerd, moet u de
bedrijfsmodus van het multifunctionele relais wijzigen en eventueel verdere instellingen uitvoeren.
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 9.9, pagina 82).
Werkwijze:
1. Roep het menu Apparaatparameters op.
2. Kies [Parameters bewerken].
Bedieningshandleiding
Beschrijving
Het multifunctioneel relais stuurt een weergavemodule (bijv. een indi-
catielampje) aan, die signaleert, of het noodstroombedrijf actief is.
Het multifunctionele relais stuurt, afhankelijk van de temperatuur van
de omvormer, een externe ventilator aan. Wanneer de temperatuur
van de omvormer boven een door SMA gedefinieerde grenswaarde
ligt, start de ventilator automatisch. Wanneer de temperatuur de
grenswaarde onderschrijdt, wordt de ventilator weer uitgeschakeld.
Het multifunctionele relais stuurt een weergavemodule (bijv. een
waarschuwingslampje) aan, die een fout van de omvormer aan-
geeft.
STPx0-3SE-40-BE-nl-10
9 Bediening
85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave