SMA Solar Technology AG
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 9.9, pagina 82).
Werkwijze:
• In de parametergroep Netbewaking > netbewaking de parameter Landennorm
instellen en stel de landspecifieke gegevensrecord in.
9.11 Procedure werkelijk vermogen configureren
Installatiewizard starten
1. De gebruikersinterface oproepen (zie hoofdstuk 9.1, pagina 71).
2. Meld u aan als Installateur.
3. Installatiewizard (zie hoofdstuk 9.6, pagina 79).
4. Kies bij elke stap [Opslaan en verder] tot Netbeheer.
5. Instellingen uitvoeren zoals hierna beschreven.
Instellingen voor installaties met externe gewenste waarden uitvoeren
1. Zet in het tabblad Procedure werkelijk vermogen de schakelaar Werkelijk vermogen
op[Aan].
2. Kies in het vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus werkelijk vermogen de optie Externe
instelling.
3. Kies in het vervolgkeuzemenu Fallback-procedure de optie Fallback-waarden toepassen.
4. Voer in het veld Fallback-waarde van het maximale werkelijk vermogen de waarde in
waarop de omvormer het nominaal vermogen bij uitval van de communicatie met de master-
eenheid na afloop van de timeout-tijd moet begrenzen.
5. Voer in het veld Timeout de tijd in die de omvormer moet afwachten, tot deze het nominaal
vermogen begrenst op de ingestelde fallback-waarde.
6. Wanneer het bij een 0%- of 0 W-instelling niet is toegestaan dat de omvormer een gering
werkelijk vermogen in het openbaar stroomnet terugvoedt, kies dan in het vervolgkeuzemenu
Netscheiding bij 0%-werkelijk vermogen de optie Ja. Daardoor is gewaarborgd, dat de
omvormer in geval van een 0%- of 0 W-instellinge van het openbaar stroomnet scheidt en
geen werkelijk vermogen teruglevert.
Instellingen voor installaties met handmatige gewenste waarden uitvoeren
1. Zet in het tabblad Procedure werkelijk vermogen de schakelaar
Netaansluitpuntregeling op[Aan].
2. Voer het totale vermogen van de PV-panelen in het veld Nominaal installatievermogen in.
3. In de vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus werkelijk vermogen kiezen, of de begrenzing van
het werkelijk vermogen door een vaste instelling in procenten of in watt moet gebeuren.
4. In het veld Ingestelde grenswaarde werkvermogen de waarde instellen, waarop het
werkelijk vermogen op het netaansluitpunt moet worden begrensd. Voor nul werkvermogen
moet de waarde op 0 zijn ingesteld.
Bedieningshandleiding
STPx0-3SE-40-BE-nl-10
9 Bediening
83