7 Elektrische aansluiting
Kabelvereiste:
☐ Doorsnede van de aardleiding: komt overeen met de doorsnede van de aardleiding op
aansluiting AC-GRID, echter minimaal 2,5 mm²
Werkwijze:
1. Strip de aardleiding en crimp een ringkabelschoen aan de kabel.
2. Schroef met onderlegring en veerring op een van
beide aansluitpunten voor de extra aarding
plaatsen (PH2, koppel: 1,5 Nm).
7.2.3
Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten
Voorwaarden:
☐ De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
☐ De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de
omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
Werkwijze:
1. Schakel de AC-installatieautomaat en de noodstroom-installatieautomaat van alle 3 de
fasedraden uit en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
2. Zorg ervoor dat de DC-lastscheiders is
uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is.
3. Waarborg, dat de batterij is uitgeschakeld.
4. De AC-stekker voor de aansluiting van het openbaar stroomnet van opschrift voorzien, om
later verwisselen met de AC-stekker voor de aansluiting van de noodstroomverbruikers te
verhinderen.
42
STPx0-3SE-40-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding