4.4
Condenswater
• De condensbak is in de warmtepomp gebouwd en wordt gebruikt om
het meeste condenswater op te vangen.
De bak kan aangesloten worden op een geschikte afvoer via de
meegeleverde condensafvoer (G1¼ "). Monteer de condensafvoer door
het boven- en onderstuk door het daarvoor bestemde gat in de bak
aan elkaar te schroeven. De condensbak van de EcoAir 610M en 614M
heeft een sleuf om installatie te vereenvoudigen. Plaats het bovenste
stuk van de condensafvoer tussen de condensbak en de verdamper
(gebruik de sleuf). Draai het stuk dan zo dat het naar boven wijst en
schroef het vast aan het onderstuk van de condensbak.
De condensafvoer mag niet worden geplaatst als de afvoer niet
gebruikt wordt.
• Er moet een verwarmingskabel (verkrijgbaar als accessoire) in de buis
worden geplaatst om bevriezing te voorkomen. De verwarmingskabel
is aangesloten op de elektrische kast van de warmtepomp (dit
moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien en in
overeenstemming met de toepasselijke voorschriften).
• Als het huis een kelder heeft, verdient het aanbeveling het
condenswater naar een afvoer in de vloer binnenshuis te leiden (uit
te voeren volgens de van toepassing zijnde regels). De buis moet
worden geïnstalleerd met een helling naar het huis toe en boven de
grond (zodat er geen ander water in de kelder kan komen). Openingen
in de muur moeten worden gedicht en geïsoleerd. Er moet een
waterafscheider worden aangesloten op de binnenkant zodat er geen
lucht in de buis kan circuleren.
• Als er een stenenstrook is, moet de uitlaat van het condenswater op
een vorstvrije diepte worden geplaatst.
• Het condenswater kan ook naar de afvoer van het gebouw worden
geleid, bijvoorbeeld de regenpijpen. Hier moet een verwarmingskabel
worden geplaatst in leidingen die niet vorstbeschermd zijn.
Waterafscheider
18
CTC EcoAir 610M / 614M / 622M 400 V 3N~
Vorstvrije diepte
condensafvoer, G1¼"