– Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
▸ Indien een nieuwe bedrijfsmodus moet worden gestart: raak de sensortoets
▸ Indien het toestel moet worden uitgeschakeld: raak de sensortoets
5.8
Gebruikswijze wijzigen
Indien er geen gebruikswijze actief is:
▸ kies in de instellingen van de momentane gebruikswijze
– Het menu van de bedrijfsmodi wordt weergegeven.
Indien er al een gebruikswijze actief is:
▸ selecteer
of raak de sensortoets
– De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd.
▸ Tip de sensortoets
5.9
Timer
De timer werkt als een eierwekker. Deze kan altijd en onafhankelijk van alle andere func-
ties worden gebruikt.
Timer instellen en starten
▸ Raak de sensortoets
▸ Selecteer
.
– Het display toont de voorgestelde waarde «10min».
▸ Stel de gewenste tijdsduur in door aan de instelknop te draaien.
– Het display toont de tijdsduur alsook het einde van de timer.
De instelling gebeurt:
▪ tot 10 minuten in stappen van 10 seconden, bijv. 9min. 50sec.
▪ vanaf 10 minuten in stappen van een minuut, bijv. 1h 12min.
▪ vanaf 10 uur in stappen van een uur, bijv. 18h.
De maximale timer-tijdsduur bedraagt 99h.
▸ Op de instelknop drukken om te bevestigen.
– De timer wordt gestart.
– Indien er geen gebruikswijze met ingestelde tijdsduur actief is, wordt de aflopende
restduur van de timer in het digitale display getoond.
– De sensortoets
– Indien het toestel zich vóór het instellen van de timer in een ander menu bevond,
bijv. gebruikswijzen: het menu resp. het daarin geselecteerde submenu wordt ge-
toond, bijv. een actieve gebruikswijze.
– Indien het toestel zich niet in een ander menu bevond: het display wordt zwart.
Controleren en wijzigen
▸ Raak de sensortoets
▸ Selecteer
.
– In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
▸ Door aan de instelknop te draaien kan de tijdsduur verkort of verlengd worden.
▸ Bevestig de verkorting / verlenging.
aan.
aan en selecteer de nieuwe gebruikswijze.
aan.
brandt wit.
aan.
5 Bediening
aan.
.
aan.
23