3 Bediening
Verzadigingsindicator resetten
▸ Schakel het toestel en de verlichting uit.
▸ Houd toets
3
– De LED van de toets
– De verzadigingsindicator
3.10
Gebruik met behulp van de bedienings- en display-elementen
Toestel in-/uitschakelen
▸ Raak de toets
– Het toestel schakelt in op ventilatorstand 1.
▸ Raak de toets
– Het toestel wordt uitgeschakeld.
Verlichting in-/uitschakelen
▸ Raak de toets
– De verlichting wordt met maximale intensiteit ingeschakeld.
▸ Raak de toets
– De verlichting wordt uitgeschakeld.
Intensiteit van het licht wijzigen
▸ Bij ingeschakelde verlichting de toets
den.
– De intensiteit van het licht wordt verlaagd.
▸ Bij gereduceerde intensiteit van het licht de toets
– De intensiteit van het licht wordt verhoogd.
De verlichting kan onafhankelijk van de ventilator worden gebruikt.
Ventilatorstand wijzigen
▸ Tik op de toets
– De LED van de betreffende toets brandt.
– De betreffende ventilatorstand gaat aan.
Niveau Intensief in-/voortijdig uitschakelen
▸ Tik op de toets
– De LED van de toets
▪ Als er eerder een ventilatorstand is gekozen, wordt het toestel na zes minuten weer
naar dit niveau teruggeschakeld.
▪ Als het niveau Intensief bij een uitgeschakeld toestel is geselecteerd, wordt het toestel
na zes minuten uitgeschakeld.
▸ Tik op de toets
– De LED van de toets
– Het niveau Intensief gaat voortijdig uit.
– De betreffende ventilatorstand gaat aan.
12
drie seconden ingedrukt.
3
knippert drie keer.
gaat uit.
aan.
nogmaals aan.
aan.
aan.
/
2
of
3
I
.
I
brandt.
/
2
of
3
I
gaat uit.
gedurende twee seconden ingedrukt hou-
aantippen.
.
.