Stap voor stap
Handset-PIN
invoeren:
Handset in-/uitschakelen
a Druk net zolang op de verbreektoets totdat het in- of uit-
schakelen wordt bevestigd door een signaal.
PIN
Wanneer de PIN zich in leveringstoestand (0000) be-
vindt, is de handset na het inschakelen operationeel.
Als er een PIN is ingesteld, moet de PIN worden inge-
voerd.
o
Voer de nieuwe PIN-code in.
[
Bevestig de invoer. De handset is klaar voor gebruik.
Weergave van de verbindingskwaliteit
In het rustdisplay wordt de ontvangstveldsterkte aange-
geven met een pictogram in het display:
|
knippert, geen ontvangst
Ò
ontvangstveldsterkte is gering
Ñ
ontvangstveldsterkte is 50%
i
ontvangstveldsterkte is 75%
Ð
ontvangstveldsterkte is 100%
Het zendbereik is binnen en buiten verschillend
pagina 138. Als u problemen met het zendbereik on-
dervindt, moet u contact opnemen met de systeembe-
heerder!
Accu's opladen
De handset mag alleen in de meegeleverde lader wor-
den geplaatst!
Een handset die in de lader staat, wordt ook opgeladen
als deze is uitgeschakeld. Wanneer de handset is inge-
schakeld, ziet u in het display de laadniveau-indicatie
knipperen.
Als de handset uitgeschakeld is omdat de accu's leeg
waren, dan wordt deze automatisch ingeschakeld als u
hem in de oplader plaatst. De handset is dan operatio-
neel. Het opladen begint. Als er een PIN is ingesteld,
moet deze eerst worden ingevoerd.
Telefoneren – basisfuncties
39