c)
Zet het resultaat om in een percentage.
60%
1
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.6.2 De functie Tuindekking testen
1.
Plaats het product in het laadstation.
Toegang krijgen tot het
2.
Voer stap 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Tuindekking >
menustructuur
Gebied 1 > Meer > Testen te doorlopen.
4.
Druk op de knop OK.
5.
Druk op de knop START.
6.
Sluit de klep.
7.
Zorg ervoor dat het product het gebied kan
vinden.
3.10.6.3 De functie Tuindekking uit- of
inschakelen
Hiermee schakelt u de functie
uit voor elk gebied.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Tuindekking >
menustructuur
Gebied 1 > Uitschakelen te doorlopen.
3.
Druk op de knop OK.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.6.4 De instellingen Tuindekking terugzetten
Tuindekking voor elk
U kunt de instellingen
gebied terugzetten en de fabrieksinstelling
gebruiken.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
28 - Installatie
2
Tuindekking in of
Toegang krijgen tot
Toegang krijgen tot
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Tuindekking >
Gebied 1 > Meer > Resetten te doorlopen.
3.
Druk op de knop OK.
3.10.7 Start punt
Via deze functie bepaalt u hoe ver het product
vanuit het laadstation langs de geleidingsdraad
rijdt voordat het met maaien begint. De
fabrieksinstelling is 60 cm/2 ft. en de maximale
afstand is 300 cm/10 ft.
Let op: Het product volgt nauwkeurig de
geleidingsdraad van het laadstation naar het
startpunt. Houd een zo kort mogelijk afstand aan
tot het startpunt om het risico op spoorvorming
op het gazon te verminderen.
Als het laadstation in een krappe ruimte is
geplaatst, bijvoorbeeld onder een veranda, is het
belangrijk om een goed startpunt te kiezen om
het proces van geleidingskalibratie optimaal te
Geleidingskalibratie op pagina
laten verlopen. Zie
23 .
A
B
A) Startpunt
B) Minimale afstand 60 cm/2 ft (loodrecht op de
geleidingsdraad). Als de afstand kleiner is, wordt
het kalibratieproces onderbroken. Voor de grootst
mogelijke doorrijbreedte moet een minimale
afstand van 1.35 m / 4.5 ft worden aangehouden.
Geleidingskalibratie op pagina 23 .
Zie
3.10.7.1 Het beginpunt instellen
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Installatie >
menustructuur
Startpunt te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen om de afstand in cm
te specificeren.
Toegang krijgen tot
1411 - 006 -