6 Knalpot
Gebruik de
motorkettingzaag nooit
wanneer de knalpot
defect is.
Controleer regelmatig of
de knalpot vastzit in de
motorkettingzaag.
De motorkettingzaag is
uitgerust met een
vonkenopvangnet. Dit
moet regelmatig worden
schoongemaakt. Een
verstopt net leidt tot
oververhitting van de
motor wat tot ernstige
beschadigingen van de
motor leidt.
Gebruik de knalpot
nooit wanneer het
vonkenopvangnet
ontbreekt of defect is.
!
GEBRUIK DE MOTORKETTINGZAAG NOOIT
WANNEER DE VEILIGHEIDSUITRUSTING
DEFECT IS. DE VEILIGHEIDSUITRUSTING
VAN DE MOTORKETTINGZAAG MOET
GECONTROLEERD EN ONDERHOUDEN
WORDEN ZOALS BESCHREVEN IN DIT
HOOFDSTUK. ALS UW MOTORKETTINGZAAG
NIET DOOR ALLE CONTROLES KOMT, MOET
U ERMEE NAAR UW SERVICEWERKPLAATS
VOOR REPARATIE.
10
– Nederlands
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ZAAGUITRUSTING
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u door het juiste
onderhoud en door het juiste type zaaguitrusting te gebruiken:
• Het terugslagrisico van uw motorkettingzagen reduceert.
• Het risico op losraken en barsten van de ketting
vermindert.
• Een maximum zaagprestatievermogen krijgt.
• De levensduur van de zaaguitrusting verlengt.
De 5 basisregels
1
Gebruik uitsluitend de
door ons aanbevolen
zaaguitrusting! Zie
hoofdstuk "Technische
gegevens" .
2
Zorg ervoor dat de
tanden van de ketting
goed en juist geslepen
zijn! Volg onze
instructies en gebruik
de aanbevolen vijlmal.
Een verkeerd geslepen of
beschadigde ketting
verhoogt het risico op
ongevallen.
3
Zorg ervoor dat de
tanddiepte juist is! Volg
onze instructies en
gebruik de aanbevolen
dieptesteller mal. Als de
tanddiepte te groot is,
verhoogt dit het risico op
terugslag.
4
Hou de ketting gestrekt!
Als de ketting niet
voldoend gestrekt is,
neemt het risico dat de
ketting losraakt toe en
verhoogt de slijtage van
zaagblad, ketting en
kettingwiel.
5
Zorg ervoor dat de
zaaguitrusting
voldoende gesmeerd is
en onderhoud ze op de
juiste manier! Als de
ketting niet voldoend
gesmeerd wordt, neemt
het risico op barsten toe
en verhoogt de slijtage
van zaagblad, kettingen
kettingwiel.