5.2.3 Test 2: Testen aanspreektijd (t)
Instellen en uitvoeren test 2:
1. Sluit het meetsysteem conform het aansluitschema aan op het testobject.
2. Draai keuzeschakelaar in de stand [Aanspreektijd (t)].
3. Stel met de [↓I ] toets de gewenste nominale foutstroom in (zoals die op de te testen
aardlekschakelaar is aangegeven).
4. Stel met de [↑Ix] toets de juiste vermenigvuldigsfactor voor de nominale foutstroom in (zie tabel 3)
5. Door de [S] toets te gebruiken kiest u voor een standaard of selectieve aardlekschakelaar (Het [S]
symbool staat voor een selectief type).
6. Houd er rekening mee dat de toelaatbare waarde van de aanraakspanning al ingesteld is
(zie paragraaf 5.2.1.).
7. Druk op de [START] toets en laat hem weer los.
8. Het meetresultaat verschijnt op het display.
Men kan de fase van de startstroom wijzigen door tweemaal kort na elkaar op de [START] toets te
drukken In dat geval wordt 180° getoond op het display. Als een selectief type aardlekschakelaar
geselecteerd is, moet u 30 seconden. (Het aflopen van 30 →0 wordt op het display getoond).
9. Sla, indien gewenst, het resultaat op en noteer eventueel de geheugencodes.
10. Maak het testobject los of voer opnieuw een test uit.
Fout! Alleen hoofddocument.
DISPLAY
↓
Figuur 4: Voorbeeld van een testresultaat van de aanraakspanning
Aanraakspanning. (Als het resultaat hoger is dan de
ingestelde aanraakspanning, verschijnt ook het
gevarensymbool onder in het display).
Nominale lekstroom (foutstroom) waarvoor de
getoonde aanraakspanning geldt.
- Pagina 22 -
Utrecht