NL
3.7.2 De batterij opladen
Om de batterij op te laden:
1. Verbind EERST de batterijlader met een 230V AC stopcontact. De
indicator (66) gaat aan (groen) om te tonen dat de batterij gevoed wordt.
Indien dit niet gebeurt, gebruik de lader dan niet en contacteer uw
vakhandelaar.
2. Sluit de laderstekker (67) aan op het contact (68) van het laadpunt, zie
Figuur 16. Zorg ervoor dat de uitsparing van de stekker over het
uitstekende deel in het contact schuift.
3. Wacht tot het batterij-indicatorlampje (66) groen wordt (capaciteit meer
dan 70%) en laat de batterij dan nog 10 uur langer laden.
4. Koppel de batterijlader los.
5. Verwijder de lader uit het stopcontact, laat afkoelen en bewaar in de
bijhorende tas.
Afhankelijk van de staat van de batterij, dient de batterij voor minimaal 10 uur, tot 24 uur of
langer worden opgeladen wanneer de capaciteit minder is dan 25%. Langer opladen zal de
batterij niet schaden.
De laadcyclus kan op ieder moment begonnen of afgebroken worden volgens de
bovenstaande instructies.
Laagspanning veroorzaakt overontlading.
o
Dit komt voor wanneer de batterijcapaciteit daalt tot minder dan
20%.
•
Laad de batterij op.
Figuur 16
Locatie van het aansluitingspunt
20
66
68
67
Inovys II-E
2022-10
Inhoud