2.5
Opvouwen/Ontvouwen
VOORZICHTIG
Houd uw vingers weg van de bewegende onderdelen van de rolstoel.
2.5.1 De rolstoel ontvouwen
1. Ga aan de achterzijde van de rolstoel staan.
2. Gebruik de handgrepen van de duwers om de rolstoel zo ver mogelijk te openen.
3. Ga aan de voorzijde van de rolstoel staan.
4. Duw beide buizen waaraan de zit bevestigd is verder naar beneden.
5. Vouw de voetplaten neer, of plaats de voetsteunen terug (zie §3.1).
2.5.2 De rolstoel opvouwen
1. Klap de voetplaten omhoog, of verwijder ze (zie § 3.1).
2. Neem de zit aan voor- en achterzijde vast en trek deze omhoog.
2.5.3 De achterwielen monteren
1. Neem het achterwiel en druk naafknop in.
2. Houdt de naafknop ingedrukt en plaats het achterwiel in de asbus
tot deze niet meer verder kan.
3. Laat de naafknop los.
4. Kijk na of het wiel goed vastzit.
2.5.4 De achterwielen demonteren
1. Zorg ervoor dat de remmen gedeblokkeerd zijn.
2. Neem de rolstoel vast aan het frame aan de zijde waar u het wiel
wil afnemen.
3. Druk op de knop in het midden van de naaf van het wiel.
4. Trek het wiel van het frame weg.
2.6
Opslag
Zorg ervoor dat uw rolstoel droog wordt bewaard om schimmel of schade aan de bekleding
te voorkomen, zie hoofdstuk 6.
Gevaar voor letsel
7
708D
2023-01
Voor gebruik
NL