Richtlijnen voor het gebruik van papier
In iedere printerlade is er plaats voor bepaalde soorten en formaten papier en andere speciale media.
Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van papier en andere media in de laden:
•
Waaier papier en andere speciale media uit voordat u deze in de lade plaatst.
•
Gebruik geen labelvellen waarvan een of meer labels zijn verwijderd.
•
Gebruik alleen papieren enveloppen. Gebruik geen vensterenveloppen, enveloppen met metalen
klemmen of enveloppen met plakranden met beschermstrips.
•
Alle enveloppen mogen alleen voor enkelzijdig afdrukken worden gebruikt.
•
Bij het afdrukken op enveloppen kunnen deze kreuken en/of in reliëf worden bedrukt.
•
Leg niet te veel papier in de laden. Plaats geen papier boven de maximale vullijn die aan de
binnenkant van de papiergeleider wordt aangegeven.
•
Pas de positie van de papiergeleiders aan het papierformaat aan. Zodra de papiergeleiders goed
zijn ingesteld, klikken ze op hun plaats.
•
Als het papier regelmatig vastloopt, moet u een nieuw pak papier of andere media gebruiken.
Zie ook:
Papier plaatsen
Papierstoringen
Papier dat de printer kan beschadigen
Uw printer is ontworpen om op verschillende soorten media af te kunnen drukken. Sommige media
kunnen echter een nadelige invloed hebben op de afdrukkwaliteit, meer papierstoringen dan normaal
als gevolg hebben en zelfs beschadigingen aan de printer veroorzaken.
Onder de niet toegestane media bevinden zich:
•
Ruwe of poreuze media
•
Transparanten
•
Papier dat gevouwen of gekreukeld is
•
Papier met nietjes
•
Enveloppen met vensters of metalen klemmen
•
Gewatteerde enveloppen
•
Glanspapier of gecoat papier dat niet geschikt is voor laser
•
Geperforeerde media
•
Carbonpapier
•
Drukgevoelig papier
•
Papier dat speciaal voor inkjetprinters is bedoeld
op pagina 56
op pagina 151
Phaser 6140-kleurenlaserprinter
Gebruikershandleiding
Afdrukken
51