14
De cijfers die naast de volgende iconen worden weergegeven aan:
aantal uitgeschakelde blokken.
aantal geactiveerde blokken.
aantal blokken waar een alarmconditie optreedt.
aantal blokken waar uitgangsvertraging actief is.
Als u het scherm dicht bij de onderrand tikt en omhoog veegt, verschijnen de knoppen met
de iconen onder aan het scherm:
tik om de iconen / namen in de lijst te vergroten.
tik om de iconen / namen in de lijst te verkleinen.
tik om de blok namen in de lijst te verbergen.
tik om de blok namen in de lijst weer te geven.
tik om de knoppen te verbergen.
10.3.1
Inschakelen
1. Tik op het blok die u wilt inschakelen. De knop met het
scherm.
2. Als u beide blokken wilt activeren, tikt u op het tweede blok.
3. Tik op de knop met het
weergegeven.
4. Tik op de knop met de inschakel modus die u wilt activeren.
5. Tik op de knop met het
10.3.2
Uitschakelen
1. Tik op het blok die u wilt uitschakelen. De knop met het
scherm.
2. Als u beide blokken wilt uitschakelen, tikt u op het tweede blok.
3. Tik op de knop met het
Als er een alarmconditie in het blok was, zal het uitschakelen van het blok de conditie
wissen.
10.3.3
De blokkenlijst filteren
1. Tik op het
icoon. De knoppen met filtercriteria worden weergegeven.
2. Tik op de knoppen met de filtercriteria die u wilt gebruiken. U kunt op een willekeurig
aantal knoppen tikken.
3. Tik op de knop met het
worden weergegeven.
INT-TSG2
icoon. De knoppen met beschikbare inschakelmodi worden
icoon. De inschakel procedure zal starten.
icoon.
icoon. De blokken die aan de geselecteerde criteria voldoen,
icoon verschijnt onder aan het
icoon verschijnt onder aan het
SATEL