Vergrendeling instellingen / apparaat
Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk
worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit
apparaat voorzien van een vergrendeling.
De vergrendeling van de instellingen activeert u als de
kookplaat in gebruik is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat alleen nog beperkt worden bediend:
– De vermogensstanden van de kookzones en de instel-
lingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd.
– De kookzones, de kookplaat en de timer kunnen wel wor-
den uitgeschakeld, maar daarna niet weer worden inge-
schakeld.
De vergrendeling van het apparaat activeert u als de kook-
plaat uitgeschakeld is. Als de vergrendeling actief is, kan het
apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet wor-
den bediend.
Het apparaat is zo geprogrammeerd dat u deze vergrende-
ling handmatig moet activeren. U kunt de instelling zo wij-
zigen dat de vergrendeling van het apparaat 5 minuten na
het uitschakelen van de kookplaat automatisch plaatsvindt,
wanneer het apparaat niet handmatig wordt vergrendeld (zie
ook "Programmering").
Als bij ingeschakelde vergrendeling een toets wordt aange-
raakt die niet mag worden bediend, verschijnen het controle-
lampje en in het timerdisplay gedurende enkele seconden de
letters LC.
Standaard is een 3-vinger-bediening ingesteld. U kunt deze
instelling wijzigen in een 1-vinger-bediening (zie "Programme-
ring").
Beide vergrendelingen zijn na een stroomonderbreking
uitgeschakeld.
Beveiligingen
43