Installatie
5.2.4
Dichtheid controleren
Neem de nationale en plaatselijke voorschriften in acht bij het uitvoeren
van de dichtheidstest.
▶ Verwijder de doppen op de ventielen.
▶ Sluit de Schrader-opener en drukmeter aan op het Schrader-ventiel.
▶ Draai de Schrader-opener in en open het Schrader-ventiel.
▶ Laat de ventielen gesloten en vul het systeem met stikstof tot de druk
10 % boven de maximale nominale druk ligt, die kan worden geraad-
pleegd op het typeplaatje van de buitenunit.
▶ Controleer of de druk 10 minuten later nog steeds hetzelfde is.
▶ Voeg stikstof toe totdat de nominale druk is bereikt.
▶ Controleer of de druk ten minste 1 uur later nog steeds hetzelfde is.
▶ Loos de stikstof.
5.2.5
Vacuüm, vullen en dichtheidstest
In dit stadium moeten de buisaansluitingen tussen buiten- en binnenunit
compleet zijn uitgevoerd. De lucht die in de koudemiddelleidingen is ach-
tergebleven moet worden afgezogen. Vervolgens moet een dichtheids-
test worden uitgevoerd om mogelijke gaslekken te detecteren.
De procedure voor het afzuigen en de dichtheidstest is hierna beschre-
ven:
1. Reinig de buizen met stikstof.
2. Sluit de vulslangen aan op de lage en hoge zijde van de laadset en de
service-aansluiting van de gas- en vloeistofventielen. Waarborg dat
het uiteinde van de vulslang is aangesloten met de drukpen op de ser-
vice-aansluiting.
3. Sluit de middenslang van de laadset op een vacuümpomp aan.
4. Schakel de hoofdschakelaar van de vacuümpomp in en waarborg dat
de vacuümwaarde ongeveer 30 Pa is (250 micron, 0,3 millibar). Dit
waarborgt dat het koudemiddelcircuit correct wordt ontvochtigd.
5. Sluit de ventielen van de lage en hoge zijde van de laadset en schakel
de vacuümpomp uit. Let erop, dat de naalden in de meters gedurende
circa 30 minuten niet mogen bewegen.
6. Ontkoppel de vulslang van de vacuümpomp en van de service-aan-
sluitingen van de gas- en vloeistofventielen.
7. Zet de doppen op de service-aansluitingen op beide ventielen vast.
8. Verwijder de ventieldoppen op beide ventielen en open deze met een
inbussleutel. Hierdoor worden leidingen en binnenunit gevuld.
9. Monteer de ventieldoppen weer op beide ventielen.
10.Contoleer op gaslekkage aan de vier koppelingen en de ventieldop-
pen. Test met een elektronische lekdetector of met een gasbellekk-
agezoeker.
14
1
2
3
5
4
3
6
7
Afb. 16 Vacuüm, vullen en dichtheidstest
[1]
Laadset
[2]
vacuümtoestel
[3]
Dop
[4]
Servicekraan
[5]
Gasblok
[6]
Vloeistofventiel
[7]
Buitenunit
[8]
Binnenunit
5.3
Aansluiten elektrisch
GEVAAR
Risico door elektrische schok!
De componenten van de buitenunit zijn elektrisch geleidend. De conden-
sator van de buitenunit moet na het losmaken van de spanningsbron wor-
den ontladen.
▶ Schakel de hoofdschakelaar uit
▶ Wacht tenminste vijf minuten voordat elektrische werkzaamheden
worden uitgevoerd om de volledige elektrische ontlading van de con-
densatoren te waarborgen.
OPMERKING
Wanneer de spanning wordt ingeschakeld zonder water, raakt de in-
stallatie beschadigd.
In dit geval kunnen de componenten van de cv-installatie oververhit raken.
▶ Boiler en cv-installatie voor het inschakelen vullen tot de juiste druk.
WAARSCHUWING
Risico door elektrische schok of brand!
Wanneer de vermogensbelasting te hoog is voor de voedingskabel kun-
nen elektrische schokken of brand optreden.
▶ Houd de nationale bedradingsnormen en de regelgeving voor elektri-
sche werkzaamheden aan.
▶ Wanneer een zekeringautomaat wordt gebruikt, moet deze in staat
zijn over alle polen te ontkoppelen met 3 mm contactopening.
▶ Een ander elektrisch circuit en aansluitkabel dan die van de binnen-
unit moet worden gebruikt.
Compress 3400i AWS – 6721825960 (2023/08)
8
0010036786-001