9 Technische specificaties
Alle specificaties, standaardfabrieksinstellingen en instellingsopties in dit hoofdstuk hebben
betrekking op het LUCAS 3-thoraxcompressiesysteem, versie 3.1.
Raadpleeg voor meer informatie de programma's voor gegevensbeheer van Physio-Control of neem contact op met
uw plaatselijke vertegenwoordiger van Physio-Control of Stryker.
9.1 Patiëntparameters
Categorie
Patiënten die in aanmerking komen voor
behandeling:
9.2 Compressieparameters
Categorie
Compressiediepte (gemiddelde patiënt)
Compressiefrequentie
Werkcyclus compressie
Compressiemodus ACTIEF continu
3-thoraxcompressiesysteem - GEBRUIKSAANWIJZING
LUCAS
®
101034-04 Rev. C, geldig vanaf CO J3353 © 2021 Jolife AB
Specificaties
Volwassen patiënten bij wie het apparaat past:
• sternumhoogte van 170 tot 303 mm
• maximale breedte van de borstkas van 449 mm
Het gebruik van LUCAS wordt niet beperkt door het gewicht
van de patiënt.
Specificaties
Standaardfabrieksinstelling
Patiënten met een sternumhoogte van 185 mm of meer:
• 53 ± 2 mm
Kleinere patiënten met een sternumhoogte van minder dan
185 mm:
• 40 tot 53 ± 2 mm
Instellingsopties
De compressiediepte kan worden ingesteld op een waarde
tussen 45 tot 53 ± 2 mm.
Patiënten met een sternumhoogte van 185 mm of meer:
• [ingestelde compressiediepte] ± 2 mm
Kleinere patiënten met een sternumhoogte van minder dan
185 mm:
• 40 mm tot [ingestelde compressiediepte] ± 2 mm
Standaardfabrieksinstelling
102 ± 2 compressies per minuut
Instellingsopties
Het apparaat kan worden ingesteld op een van de volgende
frequentiewaarden: 102, 111, 120 ± 2 compressies per minuut.
Het apparaat kan zo worden ingesteld dat de gebruiker
tijdens het gebruik van compressiefrequentie kan wisselen.
De frequentie wisselt met een druk op de toets ACTIEF
(30:2 of continu) terwijl de compressies doorgaan.
50 ± 5%
Standaardfabrieksinstelling
Continue compressies met 10 keer per minuut een
ledwaarschuwing voor beademing
Instellingsopties
Het apparaat kan worden ingesteld op een aantal
beademingswaarschuwingen tussen de 6 en 10 per minuut.
Het apparaat kan worden ingesteld op wel/geen hoorbare
beademingswaarschuwing (AAN/UIT).
Het apparaat kan worden ingesteld op een duur van de
beademingsonderbreking tussen de 0,3 en 2 seconden.
Het apparaat kan zo worden ingesteld dat de gebruiker
tijdens het gebruik van compressiefrequentie kan wisselen.
De frequentie wisselt met een druk op de toets ACTIEF
(continu of 30:2) terwijl de compressies doorgaan.
33
33
THORAXCOMPRESSIESYSTEEM