Let op
• Bouten, schroeven en moeren moeten worden vast-
gedraaid volgens voorgeschreven aanhaalmomenten.
Draait u deze te hard aan dan kan dit leiden tot scheu-
ren en breuken! In hoofdstuk 21, tabel 1 vindt u een
overzicht van alle voorgeschreven aanhaalmomenten.
• Reinig uw fiets NOOIT met een hogedrukreiniger. Doet
u dit wel dan kan het vet en/of de olie uit onderdelen
weggespoten worden, met als mogelijk resultaat roest
of ernstige beschadigingen.
• Niet elk fietstype is voor elk terrein geschikt. Fietsen
zijn niet bedoeld voor extreme belastingen zoals sprin-
gen of rijden over trappen. Trekkingfietsen kunnen op
verharde wegen en in het verkeer worden gebruikt. Zij
zijn tevens geschikt voor gebruik op licht terrein, zoals
veldwegen. Stads-, toer- en kinderfietsen kunnen in het
verkeer en op verharde wegen gebruikt worden. De
fabrikant en de Gazelle-specialist zijn niet aansprakelijk
voor een niet-reglementair gebruik van de fiets, met
name het niet naleven van veiligheidsrichtlijnen, en de
hieruit ontstane schade.
• Pas op dat losse kleding, sjaals, veters etc. niet tussen
bewegende delen zoals de spaken of de pedalen klem
komen te zitten.
• Zoals alle mechanische systemen is een fiets onder-
hevig aan slijtage. De diverse onderdelen kunnen
verschillend reageren op slijtage. Intensiever gebruik
zal de levensduur van bepaalde onderdelen verkorten.
• Voor extra veiligheid is het aan te raden een fietshelm
te gebruiken. Houd in elk geval rekening met de natio-
nale regels en normen voor het gebruik van een helm.
• Neem altijd de lokale en nationale verkeersregels in
acht die van toepassing zijn in het land waar u de fiets
gaat gebruiken.
6
1. Het stuur
1.1 Afstelling
De hoogte van het stuur bepaalt onder meer de druk op
uw handen en de houding van uw rug, en heeft daarom
veel invloed op uw rijcomfort. Gazelle-fietsen zijn uitgerust
met verschillende soorten sturen. Uiteraard kunt u deze
allemaal naar wens in hoogte verstellen.
Let op
• Als u het stuur in hoogte verstelt, zorg er dan voor dat
de veiligheidsaanduiding MAX op de stuurpen niet
zichtbaar is (zie afb. 1). Is deze wel zichtbaar dan staat
het stuur te hoog. Bij de Switch stuurpen dient de
binnen balhoofdbuis minimaal tot de aangegeven min/
insert- markering te lopen.
• Voorkom ongelukken, verstel de stuurpen niet tijdens
het rijden!
Switch en Switch SL
De hoogte van de Switch stuurpen is op twee manieren te
veranderen: door het kantelen van het stuur, of door het
omhoog zetten van de stuurpen zelf.
Wilt u de stuurpen zelf in hoogte verstellen? De reguliere
Switch (afb. 2 t/m 3) draait u met een 6 mm inbussleutel
de bout (C) los. Deze bout wordt zichtbaar als u de hendel
omhoog haalt. Om de Switch SL (afb. 4) stuurpen in hoogte
te verstellen draait u de boutjes (D) los met een 5 mm
inbussleutel. Nu kunt u de stuurpen verstellen. Draai ver-
volgens de boutjes (D) weer vast.
Het gemakkelijkst is het verstellen door middel van het
kantelsysteem; u heeft hiervoor geen gereedschap nodig.
Trek eerst de veiligheidsschuif (afb. 2, A) bovenop het
stuur naar beneden. Haal vervolgens de volledige hendel
(afb. 3, B) omhoog. U kunt nu het stuur op de gewenste
hoogte kantelen. Het stuur zit vast op het moment dat u de
hendel weer naar beneden duwt.
Magix en Smica (verstelbaar)
Bij de Magix en Smica stuurpennen (zie afb. 5) is de
stuurvoorbouw rechtstreeks op de binnenbalhoofdbuis
1
2
3
4
5
7