12.2 Reparaties
Als uw band leeg loopt, controleer dan eerst of het ventiel
stuk is. Bevochtig hiertoe de ventielopening met water. Als
er belletjes ontstaan, dan is het ventiel lek. Probeer eerst
of het probleem verholpen wordt door het reinigen van
het ventiel. Helpt dit niet, dan moet het ventiel vervangen
worden.
Is het ventiel in orde, maar blijft de band leeg lopen, dan zit
er een lek in de band. Om het lek te dichten verwijdert u
als eerst het ventiel en de velgmoer (zet hiertoe de fiets op
de kop). Druk de rand van de buitenband naar het midden
van de velg en druk de eerste bandenlichter tussen de bui-
tenband en de velg. Let u er daarbij op dat de binnenband
niet bekneld raakt om nieuwe lekken te voorkomen. Plaats
nu de tweede bandenlichter vlak naast de eerste en schuif
deze tot circa een handbreedte afstand. Herhaal dit met de
derde. Verwijder de tweede bandenlichter vervolgens (als
die niet zelf al gevallen is) en plaats deze naast de derde.
Ga zo door tot u de buitenband vrij heeft gemaakt van de
velg.
Druk nu de ventielhouder naar buiten, en haal de binnen-
band uit de buitenband. Bevestig het ventiel weer aan de
binnenband en pomp deze op. Als er een groot gat in de
band zit, dan zult u de lucht onmiddellijk horen ontsnap-
pen. Een klein lek kunt u opsporen door de band in een
bak water te houden. Als u het lek heeft gevonden markeer
dan de plek op de band met een pen. Laat de band leeg-
lopen en droog hem af.
Maak de plek rond het gat goed schoon met een stukje
schuurlinnen. Smeer er vervolgens een niet al te dikke laag
solutie op, en laat deze enkele minuten drogen (volg de
gebruiksaanwijzing van de solutie). Knip een plakker in het
juiste formaat uit en plak deze op het gat. Druk de plakker
stevig aan en houd even vast. Laat enkele minuten drogen.
Controleer nu de buitenband op scherpe onderdelen
(glas, spijkers e.d.) en verwijder deze om nieuwe lekken te
voorkomen. Om te verifiëren of het lek gedicht is kunt u de
band weer oppompen en door het water halen. Is het lek
verholpen, leg dan de band weer op de velg. Plaats eerst
het ventiel door het gat in de velg. Plaats dan de rest van
38
de binnenband; zorg ervoor dat deze nergens dubbel of
gedraaid ligt. Blaas hem eventueel een beetje op. Let er
ook op dat het velglint goed in het midden ligt, want dat
beschermt de binnenband tegen de spaken.
Leg de buitenband nu vanaf het ventiel weer om de velg
door deze in de velg te drukken (dit kan bij het laatste
stuk redelijk wat kracht vereisen). Houd de ventielhouder
zoveel mogelijk naar binnen gedrukt, dat zorgt ervoor dat
de binnenband mooi op zijn plaats komt te liggen. Druk de
buitenband weer in de velg. Gebruik géén bandenlichter
bij het terugplaatsen van de buitenband: het risico bestaat
dat u dan de binnenband weer lek prikt!
Is ook de buitenband goed geplaatst, pomp dan de band
op en draai vervolgens de ventielmoer stevig vast. Draai
het stofdopje op het ventiel en u bent klaar.
Als het gat in uw binnenband te groot is om nog te kunnen
herstellen, dan is het noodzakelijk om de band te vervan-
gen. Hiertoe moet u het wiel verwijderen. In hoofdstuk 11.3
leest u hoe u dit doet.
39