7.2 Onderhoud
Het is belangrijk dat de ketting (afb. 72) nu en dan schoon-
gemaakt en gesmeerd wordt. Dit doet u als volgt: zorg dat
het achterwiel van de grond is door de fiets op een bokje
te plaatsen, op te hangen aan een haak of op zijn kop te
zetten. Draai de trapper naar achteren en spuit de ketting
op de achtertandwielen in met een ontvetter. Die zorgt
voor een beschermend, vuilafstotend laagje. Smeer daarna
de ketting in met dunne olie, teflon- of siliconenspray. Draai
de ketting een paar keer rond, voor- en achteruit, zodat de
olie zich goed verspreidt. Verwijder met een droge doek
het overtollige smeermiddel.
7.3 Reparaties
73
Is uw ketting versleten en dus aan vervanging toe? Wij
raden aan een ketting van hetzelfde merk en type te
kopen. Let er in elk geval op dat de ketting evenveel scha-
kels en de juiste schakeldikte heeft.
7.4 Afstelling beltdrive
Het beltdrivesysteem (zie afb.73) is geschikt voor alle
soorten weersomstandigheden en is dan ook het hele jaar
door te gebruiken. Zorg ervoor dat de riem niet vervormd
wordt of onder spanning staat, bijvoorbeeld doordat er een
object tegen de riem aan leunt wanneer u de fiets stalt.
Een te lage riemspanning kan tot "overspringen" leiden.
Tijdens het overspringen schuiven de tanden van de riem
over de tandwielen en krijgt de fietser een gevoel van
slippen. Het overspringen houdt een risico op letsel in. Een
te hoge voorspanning kan door overbelasting tot grotere
slijtage van de onderdelen leiden. Zo kunnen het trapas-
lager en de lagers van de achternaaf beschadigd raken.
De optimale riemspanning bedraagt ca. 75 N. Dit komt
overeen met een doorbuiging van de riem van max. 25
mm bij een centrale, verticale belasting van 5 kg op het
bovenste riemdeel. Voor het spannen van de beltdrive
raden wij u aan naar uw Gazelle-specialist te gaan. Wilt u
de beltdrive toch zelf spannen, raadpleeg dan de speciale
beltdrive handleiding op
28
www.gazelle.nl/service.
7.5 Onderhoud beltdrive
Om een lange levensduur van het systeem te bereiken,
raden wij u aan het beltdrivesysteem periodiek te reini-
gen van stof en vuil. De tussenruimten van de tandwiel-
verbindingen zijn zo gefreesd dat vuildeeltjes doorgaans
uit de daarboven schuivende riemtand worden gedrukt.
Toch kunnen compacte steentjes of takjes in het systeem
worden ingeklemd. Residuen op de riem of aan de tand-
wielen kunnen leiden tot verhoogde slijtage en lawaai (bijv.
piepen en kraken).
Droogreiniging
Zorg dat de riemtanden (zie afb. 73) en de tandprofielen
van de beide tandwielen door middel van een hand borstel
van vuil ontdaan worden. Ingeklemde deeltjes of vast
zittende steentjes kunt u voorzichtig loshalen bijvoorbeeld
met een kleine schroevendraaier.
Natreiniging
Om hardnekkig vuil te verwijderen kunnen ook in de
handel vrij verkrijgbare fietsreinigingsproducten (biologisch
afbreekbaar) worden gebruikt, omdat de riem bestand
is tegen zeep. Spuit het aandrijfsysteem in, laat het even
inwerken, gebruik dan een spons om schuim te verkrij-
gen en te reinigen. Een oude tandenborstel is bijzonder
geschikt voor hardnekkig vuil in de tussenruimten op de
riem- en tandwielen. Was het aandrijfsysteem vervolgens
met veel water af.
Wanneer de geluidsontwikkeling ondanks een grondige
reiniging nog steeds aanhoudt, kan de binnenzijde van de
riem worden voorzien van een dunne laag droge siliconen-
spray. Deze beschermt tegen verdere inslagen, verbe-
tert de glijeigenschappen van de riem en vermindert de
geluidsontwikkeling.
Wilt u nog meer te weten komen over de werking, onder-
houd en afstelling van de beltdrive? Raadpleeg dan de
speciale beltdrive handleiding op
www.gazelle.nl/service.
29