Clarius Ultrasound Scanner
Systeeminstellingen gebruiken om ALARA te implementeren
Directe instellingen
Het systeem heeft geen directe instellingen voor de uitvoer; daarom dient de echoscopist de
blootstellingstijd en scantechniek te regelen om het ALARA-principe te implementeren. Om
ervoor te zorgen dat de akoestische en thermische limieten niet in alle beeldvormingsmodi
worden overschreden, is het Clarius Ultrasound Scanner-systeem zodanig ontworpen dat de
uitvoer automatisch wordt afgesteld.
De tijdelijke gemiddelde intensiteit voor de ruimtelijke piek (I
voor geen van de beeldvormingsmodi overschreden. De mechanische index (MI) en
thermische index (TI) van de scanner overschrijden geen waardes die groter zijn dan 1,0.
Indirecte instellingen
Instellingen die de beeldvormingsmodi, stilzetten en diepte bepalen, bepalen de uitvoer op
indirecte wijze. De beeldvormingsmodus bepaalt de aard van de echoscopiebundel. Omdat
stilzetten (bevriezen) alle uitvoer van ultrageluid stopzet, maar het laatste beeld op het scherm
weergeeft, kunt u deze besturing gebruiken om de blootstellingsduur te beperken terwijl u een
beeld bestudeert en de positie van de scanner tijdens een scan vasthoudt. Sommige
instellingen, zoals diepte, corresponderen ruwweg met de uitvoer en kunnen worden gebruikt
als een algemene manier om MI of TI indirect te beperken.
Instellingen die de intensiteit indirect beïnvloeden:
• Puls-repetitie-frequentie: Hoe hoger de PRF, hoe hoger het aantal uitvoerpulsen per
seconde, zodat de tijdsgemiddelde intensiteit toeneemt.
• Scherptediepte: Door de scannerscherpte op de juiste diepte in te stellen, wordt de
resolutie van de structuur verbeterd zonder dat de intensiteit verhoogd moet worden om
hem beter te zien.
• Pulslengte: In het algemeen geldt, hoe langer de puls, hoe groter de intensiteitswaarde van
het tijdsgemiddelde, wat zowel de temperatuur in het weefsel doet stijgen en ook de
waarschijnlijkheid dat cavitatie optreedt, licht doet toenemen.
• Verblijfstijd: Gescande modi, zoals B-modus-beeldvorming, distribueren de energie over
een groter volume. In gescande modi (de apparatuur houdt de bundel stationair) is de
hoogste temperatuur vaak aan het oppervlak waar de echo het lichaam binnengaat.
Ontvangstinstellingen
De ontvangstinstellingen hebben geen effect op de uitvoer. De volgende ontvangstinstellingen
hebben uitsluitend effect op de beelden:
• Versterking of time-gain control (TGC)
• Dynamisch bereik
• Post-processing
Software Version 3.1.0
Veiligheidsonderwerpen
2
) van 720 mW/cm
wordt
SPTA
104