Inhoud
Luidsprekeraansluiting
OPMERKING
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de luidsprekers
aansluit.
• Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden uit de
luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden
wanneer de kerndraden in contact komen met het achterpaneel of wanneer de +
en – draden met elkaar contact maken (vblz. 40 "Beveiligingscircuit").
• Raak de luidsprekeraansluitingen nooit aan terwijl het netsnoer is aangesloten.
• Gebruik luidsprekers met impedantie binnen de onderstaand weergegeven
bandbreedtes en in overeenstemming met hun vereisten.
Gebruikte luidsprekers
SPEAKERS A
(standaardaansluiting)
SPEAKERS B
SPEAKERS A en SPEAKERS B
SPEAKERS A en SPEAKERS B
(voor dubbel bedrade aansluitingen)
Voorpaneel
Achterpaneel
Aansluitingen
Weergave
Impedantie
4 – 16 Ω/ohm
4 – 16 Ω/ohm
8 – 16 Ω/ohm
4 – 16 Ω/ohm
Afstandsbediening
Instellingen
De luidsprekerkabels aansluiten
Controleer nauwgezet het linker (L) en het rechter (R) kanaal en de + (rood)
en - (zwart) polariteit op de luidsprekers die op het toestel zijn aangesloten
en let er goed op dat u de kanalen en polariteiten op juiste wijze aansluit.
1
Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van de luidsprekerkabel en
wikkel de kerndraden stevig samen of
breng er wat soldeertin op aan.
2
Draai de luidsprekeraansluiting linksom
om deze los te maken.
3
Steek de kerndraad van de
luidsprekerkabel tot aan de isolatie in de
luidsprekeraansluiting.
4
Draai de luidsprekeraansluiting rechtsom
om deze vast te maken.
15
Index
Tips
Appendix