Bedieningshandleiding
1. Wanneer de laadpaal klaar voor gebruik is kleurt het
statuslampje groen.
2. Steek de type 2 laadstekker van de laadkabel in het type
2 socketaansluiting van de laadpaal.
3. Steek het andere uiteinde van de oplader in het
voertuig.
4. Ontgrendel de Greenload laadpaal met behulp van de
Greenload laadpas of keytag, de ontgrendeling zit aan de
zijkant van de laadpaal, het statuslampje verandert naar
rood en begint met opladen.
5. Om het opladen te stoppen of wanneer het opladen is
voltooid, gaat u opnieuw met uw laadpas langs de
ontgrendeling, het statuslampje verandert in groen en
nu kan de oplaadkabel eruit getrokken worden.
6. Om een laadsessie opnieuw te beginnen als deze is
gestopt, haalt u de oplaadkabel uit de laadoplossing,
ontgrendelt u opnieuw de laadoplossing met uw laadpas
en begint u vanaf stap 1.
7. Als de Greenload laadpaal een fout heeft, verandert het
statuslampje in blauw.
*De intervaltijd van de laadpas is 5 seconden