VAS 581 001
Storing
Op het display verschijnt
„Error 21"
Op het display verschijnt
„Error 22"
Op het display verschijnt
„Error 23"
Op het display verschijnt
„Error 24"
Op het display verschijnt
„Error 25"
Op het display verschijnt
„Error 30"
Op het display verschijnt
„Error 35"
Op het display verschijnt
„Error 40"
Op het display verschijnt
„Error 41"
Op het display verschijnt
„Error 42"
Op het display verschijnt
„Error 43"
NL
Oorzaak
Lagedrukslang ondicht of
aan een (lege)
A/CServiceCenterditioning
aangesloten. Vacuüm kon
niet bereikt worden.
Hogedrukslang ondicht of
aan een (lege)
A/CServiceCenterditioning
aangesloten. Vacuüm kon
niet bereikt worden.
Vacuüm niet bereikt.
Drukstijging tijdens de
vacuëmtest.
Niet voldoende druk voor
koudemiddelcontrole.
Drukval tijdens de dichtheids-
controle.
Restdruk in de
A/CServiceCenterditioning.
Drukval tijdens de drukcon-
trole.
Drukval tijdens de drukcon-
trole.
Drukval tijdens de drukcon-
trole.
Het toestel kon de druk niet
ver genoeg reduceren om
met de vacuümfase te
beginnen.
Wat te doen, als?
Oplossing
Serviceslang van de installa-
tie loskoppelen.
Serviceslang van de installa-
tie loskoppelen.
Toestel op ondichtheid con-
troleren.
Vacuümpomp op werking
controleren.
Toestel op ondichtheid con-
troleren.
Toestel op grove ondichthe-
den controleren.
Koudemiddelvoorraad con-
troleren.
Bedraagt de omgevingstem-
peratuur meer dan 10 °C?
Toestel op ondichtheden
onderzoeken.
Gelieve af te zuigen en te
evacueren.
A/CServiceCenterditioning
en verbindingen op ondicht-
heden controleren.
A/CServiceCenterditioning
en verbindingen op ondicht-
heden controleren.
A/CServiceCenterditioning
en verbindingen op ondicht-
heden controleren.
A/CServiceCenterditioning
en verbindingen op ondicht-
heden controleren.
Druksensorkalibrering
controleren.
65