10.5 Zelftest
De unit beschikt over een geïntegreerde zelftest voor
foutdiagnose. De resultaten van de test in de vorm van defecten
en/of foutcodes dienen te worden gebruikt wanneer u contact
opneemt met de Raymarine-klantenservice.
De zelftest starten
Om de zelftestmodus te starten volgt u de onderstaande
stappen.
Bij normaal gebruik:
1. Druk tegelijkertijd op de knoppen Display (aan/uit) en Tack
en houd ze ingedrukt totdat de unit gaat piepen.
2. Wanneer de unit gaat piepen drukt u onmiddellijk tegelijkertijd
op de VMG- en Tack-knoppen.
Zelftest 1 begint.
3. Druk aan het eind van iedere test tegelijkertijd op de knoppen
Display (aan/uit) en True/App om door te gaan naar de
volgende fase.
Fasen zelftest
De zelftest bestaat uit de volgende fasen
Zelftest fase 1
Wanneer de unit Zelftest fase 1 ingaat, dan piept het en
verschijnt op het display de melding St, gevolgd door t1.
In Zelftest fase 1 worden de volgende tests uitgevoerd:
• SeaTalk/SeaTalk
ng
-zelftest, die de circuits voor zenden en
ontvangen controleert.
• EEPROM-test (lezen en schrijven).
Wanneer de testresultaten voldoende zijn verschijnt P op het
display.
Wanneer de testresultaten niet voldoende zijn, kunnen de
volgende codes worden gegenereerd:
Foutcode
F01
F02
Zelftest fase 2
Wanneer de unit Zelftest fase 2 ingaat, dan piept het en
verschijnt er op het display de melding t 2, gedurende 1 seconde.
In Zelftest fase 2 worden de volgende tests uitgevoerd:
• Test van de achtergrondverlichting, die iedere seconde
schakelt tussen aan en uit.
• Bij het indrukken van een willekeurige knop klinkt een
pieptoon.
• Displaytest, die de LCD-segmenten in de onderstaande
volgorde test en één keer per seconde doorschakelt:
1
2
Tijdens het uitvoeren van de test drukt u op alle displayknoppen
en controleert u of de zoemer klinkt wanneer de knop is
ingedrukt.
De tabel hieronder toont de mogelijke problemen waar u
tegenaan kunt lopen:
Fout
Geen verlichting.
Fout knopverlichting.
Verminderde verlichting van de regelaar
Geen piep bij het indrukken van de knop.
LCD-segment(en) ontbreken volledig.
50
3
D4491-3
D4491-2
Fout
Vage LCD-segment(en).
De aanwijzer draait niet of onregelmatige beweging
Zelftest fase 3
Wanneer de unit Zelftest fase 3 ingaat, dan piept het en
verschijnt er op het display de melding t 3, gedurende 1 seconde.
Zelftest fase 3 voert aanwijzercorrecties uit.
Wanneer u op de knop Display (aan/uit) drukt, draait de
aanwijzer met de klok mee om uit te lijnen met de belangrijkste
graadverdelingen.
Wanneer de aanwijzer niet goed is uitgelijnd, gebruikt u de
knoppen VMG (tegen de klok in) en Tack (met de klok mee) om
de correctie van de aanwijzer in te stellen, totdat hij correct is
uitgelijnd.
Zelftest fase 4
Er dient een transducer te zijn aangesloten waarvan bekend
is dat deze werkt voor Zelftest fase 4 en het schip dient met
voldoende snelheid te varen om de tests uit te voeren.
Wanneer de unit Zelftest fase 4 ingaat, dan piept het en
verschijnt er op het display de melding t 4, gedurende 1 seconde.
Zelftest fase 4 voert een transducertest uit
Wanneer de testresultaten voldoende zijn verschijnt P op het
display.
Wanneer de testresultaten niet voldoende zijn wordt een
foutcode weergegeven op het display:
Foutcode
F5
F3
F4
Om zelftest fase 4 te verlaten en de correctie van de aanwijzer
op te slaan, drukt u 2 seconden lang tegelijkertijd op de knoppen
Display (aan/uit) en True/App .
Om zelftest fase 4 te verlaten zonder de correctie van de
aanwijzer op te slaan, drukt u tegelijkertijd op de knoppen
Display (aan/uit) en True/App .
Fout
Rotavecta
Windvaan
Anemometer
i60