8.1 Alarmmeldingen
Alarmmeldingen waarschuwen u voor een situatie of gevaar
waarvoor uw aandacht vereist is.
U kunt alarmmeldingen instellen die u waarschuwen voor
bepaalde situaties.
Alarmmeldingen worden gegenereerd door systeemfuncties en
externe apparatuur die is aangesloten op uw display.
Wanneer er sprake is van een alarmsituatie wordt een hoorbaar
en zichtbaar alarm geactiveerd waarmee de alarmsituatie wordt
aangegeven.
Er kunnen alarmdrempels worden ingesteld in de
alarmpagina/-menu.
Instrument-alarmmeldingen
De volgende alarmmeldingen zijn beschikbaar op de i60 Wind.
• Hoge ware windsnelheid
• Lage ware windsnelheid
• Hoge schijnbare windhoek
• Lage schijnbare windhoek
Opmerking: Alarmmeldingen zijn niet beschikbaar op de i60
Close Hauled Wind.
Alarmmeldingen
Alarmsituaties worden aangegeven door zowel een hoorbaar als
een zichtbaar signaal.
Alarm hoge ware windsnelheid
Het Alarm hoge ware windsnelheid klinkt wanneer de ware
windsnelheid gelijk is of hoger dan de Alarmdrempel hoge
ware windsnelheid. Het alarm wordt gegeven totdat het
handmatig wordt gestopt.
Alarm lage ware windsnelheid
Het Alarm lage ware windsnelheid klinkt wanneer de ware
windsnelheid gelijk is of lager dan de Alarmdrempel lage ware
windsnelheid. Het alarm wordt gegeven totdat het handmatig
wordt gestopt.
Alarm hoge schijnbare windhoek
Het Alarm hoge schijnbare windhoek klinkt wanneer de
schijnbare windhoek gelijk is of hoger dan de Alarmdrempel
hoge schijnbare wind. Het alarm wordt gegeven totdat het
handmatig wordt gestopt.
Alarm lage schijnbare windhoek
Het Alarm lage schijnbare windhoek klinkt wanneer de
schijnbare windhoek gelijk is of lager dan de Alarmdrempel
lage schijnbare wind. Het alarm wordt gegeven totdat het
handmatig wordt gestopt.
40
Alarmmeldingen uitzetten
1. Druk op een willekeurige knop om een actief alarm uit te
zetten.
Inschakelen/uitschakelen alarmmeldingen
Alarmmeldingen kunnen op ieder moment worden ingeschakeld
of uitgeschakeld.
Doe het volgende wanneer de betreffende alarmpagina wordt
weergegeven:
1. Druk op de knop Tack en houd hem 1 seconde vast om het
alarm in of uit te schakelen.
Wanneer het alarm is ingeschakeld, wordt de alarmdrempel
weergegeven.
Alarmdrempels instellen
U kunt de drempels waarop alarmmeldingen worden
gegenereerd aanpassen door de onderstaande stappen te
volgen.
VMG
Doe het volgende wanneer de betreffende alarmpagina wordt
weergegeven:
1. Druk de knoppen VMG en Tack tegelijkertijd in om de
bewerkingsmodus te openen.
De huidige drempel gaat nu knipperen.
2. Gebruik de knop Tack om de alarmdrempel te verhogen.
3. Gebruik de knop VMG om de alarmdrempel te verlagen.
D12553-1
4. Druk de knoppen VMG en Tack tegelijkertijd in om de
nieuwe alarmdrempel op te slaan en de bewerkingsmodus
te verlaten.
Opmerking: De bovenstaande afbeelding is een voorbeeld
van de instelling van de Alarmdrempel maximale ware
windsnelheid.
D12554-1
D12555-1
D12556-1
+
+
T
ack
-
T
ack
D12557-1
i60