4.2 De spuitlans monteren
Voorwaarde
● Rootspomp uitgeschakeld en gevuld met vloeistof
Vereiste gereedschappen
● Moersleutel, WAF 22 en WAF 27 voor aansluitdraad T 1/2"
● Moersleutel, 2 x WAF 22 voor aansluitdraad T 3/8"
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 2,5)
Afb. 3:
1 Spatkop
2 Meetaansluitboring op de rootspomp
3 Spuitlans
4 O-ring of O-ring en steunring
Procedure
1. Plaats de O-ring of O-ring en steunring in overeenstemming met de betreffende serie.
2. Geleid de voorgemonteerde spuitlans in de meetaansluitboring op de vacuümaansluiting van de
3. Draai de knelkoppeling op de schroefdraadverbinding van de snijring.
4. Breng de groef aan het buitenste einde van de spuitlans in lijn met de rootspomp.
5. Markeer daarnaast de spoelbuis om de positie te reproduceren.
6. Zorg ervoor dat de spuitlans niet verdraaid raakt bij het vastdraaien.
7. Zet de moer met een moersleutel vast op de compressiekoppeling en draai tegelijkertijd de borg-
Montagepositie van de spuitlans
De snijringfitting voorkomt tot een koppel van ca. 8 Nm dat de spuitlans wordt verdraaid.
Na aansluiting op de mediatoevoer is het fabrieksmerk bedekt.
● Zorg voor een juiste uitlijning van de geïnstalleerde spuitlans voordat u deze aansluit
op de mediatoevoer.
● Neem voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat de spuitlans verdraaid raakt.
● Markeer na installatie de montagepositie van de spuitlans met permanente verf.
1
2
Schroefdraadverbinding van de snijring op spuitlans
rootspomp.
– Aanhaalmoment voor 3/8" snijring schroefdraadverbinding: 50 Nm
– Aanhaalmoment voor 1/2" snijring schroefdraadverbinding: 55 Nm
moer vast.
– Draaien voorbij een merkbare toename van de uitgeoefende kracht: 0,5
3
4
5
5
Connectorhuis
6
Snijring, olijf
7
Borgmoer
8
Markering voor het uitlijnen van de spuitlans
6
7
Installatie
8
11/20