3.4.3 Opladen van de accu
Om de langste levensduur van de accu's te garanderen, is het belangrijk de accu's regelmatig
volledig op te laden. Het wordt aanbevolen dit minstens één keer per week te doen. Op de
controlebox ziet u de accu-indicator waarmee u de capaciteit van de accu kunt controleren.
Controleer na elke transfer de accu-indicator. Wanneer de capaciteit minder dan
25% bedraagt, wordt geadviseerd de accu op te laden voor verder gebruik.
Laad de accu op volgens onderstaande procedure:
•
Sluit het netsnoer van de oplader aan op het stopcontact. Het indicatielampje "aan" gaat
branden.
•
Haal de accu uit de lift en plaats hem op de lader. Het opladen van de accu begint
automatisch. Tijdens het laden brandt het 'laad'-lampje.
•
Wanneer de accu volledig is opgeladen, dooft het "laad"-lampje. Verwacht een oplaadtijd
van ongeveer 6 uur.
Tip: Regelmatig opladen van de accu's voorkomt problemen en verlengt de levensduur.
3.5 Frame
Het frame bestaat uit meerdere aan elkaar gelaste stalen delen voor een stevige en stijve
constructie. Het frame is voorzien van een witte poedercoating voor een nette afwerking van
het oppervlak.
Gebruik de lift niet wanneer er zichtbare scheuren of vervormingen in het frame zijn.
De structurele integriteit kan aangetast zijn en het gebruik van de lift in deze toestand
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
3.6 Wielen
De lift heeft vier zwenkwielen. De achterste wielen zijn geremd, zodat de lift niet kan
rollen of draaien. Bedien de rem met de punt van de voet. Doe dit altijd voorzichtig. De
wielen hebben een zeer lage rolweerstand door de kogelgelagerde draaipunten. Het
verplaatsen van de lift vanuit stilstand kost de minste moeite wanneer de wielen in de
rijrichting staan.
Ontgrendeld
Controleer altijd de werking van de remmen en of de wielen intact zijn.
Vergrendeld
13