Aandachtspunten
•
Voer geen borstcompressies uit met vloeistof in de zak van het maagreservoir.
•
Zorg ervoor dat het inwendige reservoir is aangesloten op de genitaliën voordat u de
ballonnen vult en een katheterisatie uitvoert.
Opmerkingen
•
Het maag- en centrale infuusreservoir hebben een inhoud van 500 ml.
•
Het urinereservoir heeft een inhoud van 500 ml voor vloeistoffen en 300 ml voor lucht.
•
Doe geen biologische inhoud in de reservoirsystemen. Water met voedingskleurstof wordt
aanbevolen.
Reservoirs vullen - Met de kraan vullen
1. Verwijder reservoir van montagepunten.
2. Maak de luerlock-aansluiting los van de snelvulopening.
3. Verwijder de dop en vul het reservoir met kraanwater. Voeg de gewenste kleurstof toe.
4. Plaats de dop terug.
5. Plaats het reservoir terug op de montagepunten. Sluit de relevante luerlock-
aansluitingen weer aan.
Urinereservoir onder druk brengen
1. Zoek de snelvulopening voor lucht.
2. Sluit de luerlock-luchtspuit aan op de snelvulopening en spuit maximaal 300 ml lucht
in het systeem om dit onder druk te zetten.
3. Als er voldoende lucht in het systeem is gespoten, wordt de inwendige urineballon
met vloeistof gevuld.
Opmerkingen
•
Vul tijdens een katheterisatie-oefening de urine bij via de snelvulopening. Zie het gedeelte
'Reservoirs vullen - Snel vullen'.
•
De lucht mag niet meer worden vervangen als de reservoirs al voor de sessie zijn gevuld.
Voorbereiding op simulatie - Reservoirs
15