Voor u in onze kookstudio uitgetest.
nl
Tips voor het bakken
U wilt vaststellen of het gebak door-
bakken is.
Het gebak stort in.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.
Het gebak is over het geheel te licht.
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar van onderen te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar van onderen te licht.
Het gebak in een (langwerpige) vorm
wordt te donker aan de achterkant.
Het gebak is in zijn geheel te donker. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en houd evt. een langere baktijd aan.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
U hebt op meerdere niveaus gebak-
ken. Op de bovenste plaat is het
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is van
binnen niet goed doorbakken.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is
afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte
van het gerecht.
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden ze
donkerder aan de bovenkant.
Gerecht
Ovenschotel, hartig, gegaarde ingrediënten
Ovenschotel, zoet
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm hoog
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm hoog, 2 niveaus
24
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Zit er geen deeg meer aan de prikker, dan is
het gebak klaar.
Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Houd
u aan de opgegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
Stel de temperatuur 10 °C hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Zijn de inschuifhoogte en de accessoires juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
aan.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en houd een langere baktijd
aan.
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op het accessoire.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zo af dat het goed
past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd hete lucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi hem met amandelen of paneermeel en doe dan de boven-
laag erop.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Komt het er nog steeds niet uit, maak de rand
dan voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Accessoires/vormen
Ovenschaal
Ovenschaal
Ovenschaal
Ovenschaal
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
Op één niveau kunt u bakken in vormen of met de
braadslede.
Vormen op het rooster: hoogte 2
■
Braadslede: hoogte 3
■
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie besparen. Plaats de vormen naast
elkaar in de binnenruimte.
Inschuif-
Verwarmings-
hoogte
methode
2
%
2
%
2
›
3+1
›
Tempera-
Tijdsduur
tuur in °C
in min.
200-220
30-60
170-190
40-60
150-170
60-80
150-160
65-80