3.5
De duwstang plaatsen of verwijderen
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de knoppen Ⓐ terug goed zijn vastgemaakt.
Als de rolstoel over een duwstang beschikt, dient deze altijd gemonteerd te zijn ter verhoging
van de stabiliteit.
Om de duwstang te monteren:
1. Monteer de duwstang Ⓑ in de linkse handgreep met behulp van de sterknop Ⓐ .
2. Draai de duwstang Ⓑ naar de rechterkant.
3. Monteer de haak Ⓒ over de rechte handgreep Ⓓ zoals aangegeven in de figuur. Gebruik
de boringen of om de spanning van de rug in te stellen.
Om de duwstang te verwijderen:
1. Maak de sterknop Ⓐ aan de rechtse handgreep los.
2. Verwijder de haak Ⓒ van de rechtse handgreep Ⓓ.
3.6
Transfer in en uit de rolstoel
VOORZICHTIG
Indien u de transfer niet veilig op eigen kracht kan uitvoeren, vraag dan hulp van iemand
anders.
Niet op de voetplaten gaan staan.
1. Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij de stoel, zetel of bed
van/naar waar u zich wilt verplaatsen.
2. Zorg dat beide remmen van de rolstoel aan staan.
3. Vouw de voetplaten naar boven zodat u er niet op gaat
staan.
4. Indien u zich langs de zijkant in of uit de rolstoel wilt
verplaatsen, verwijder dan de armsteun aan die zijde (zie
§ 3.3) en kantel de remhendel naar beneden.
5. Verplaats u van of naar de rolstoel.
3.6.1 Correcte positie in de rolstoel
Enkele aanbevelingen om comfortabel van uw rolstoel gebruik te maken:
Plaats uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
Zorg dat uw bovenbenen horizontaal zijn. Stel eventueel de lengte van de voetsteunen bij
(zie installatiehandleiding).
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
9
V300 XL
2022-07
Uw rolstoel gebruiken
NL