LET OP!
Gebruik alleen de
meegeleverde
vleesthermometer en
originele vervangende
onderdelen.
Instructies voor de beste resultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• De vleesthermometer mag niet
worden gebruikt voor vloeibare
gerechten.
• Tijdens het koken met de
vleesthermometer in het gerecht
blijven en de stekker in de aansluiting.
• Gebruik de aanbevolen instellingen
voor de vleesthermometer. Zie het
hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Telkens u de
vleesthermometer in het
contact steekt, moet u de
kerntemperatuurtijd
opnieuw instellen. U kunt de
bereidingsduur en de
eindtijd niet selecteren.Het
apparaat berekent de
bereidingstijd, het kan
veranderen.
Voedselcategorieën: vlees,
gevogelte en vis
1. Stel de ovenfunctie en temperatuur
in.
2. Plaats de punt van de
vleesthermometer in het midden van
het vlees of de vis, indien mogelijk in
het dikste gedeelde. Zorg ervoor dat
ten minste 3/4 van de
vleesthermometer in het gerecht zit.
3. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
aan de voorkant van het apparaat.
Het display geeft het symbool van de
vleesthermometer weer.
Wanneer u de vleesthermometer voor de
eerste keer gebruikt, is de standaard
kerntemperatuur 60 °C.
Wanneer
knippert, kunt u de
temperatuurknop gebruiken om de
standaard kerntemperatuur te wijzigen.
Het display toont het symbool van de
vleesthermometer en de standaard
kerntemperatuur.
4. Druk op
om de nieuwe
kerntemperatuur op te slaan, of
wacht 10 seconden tot de instelling
automatisch wordt opgeslagen.
De nieuwe standaard kerntemperatuur
wordt weergegeven tijdens het volgende
gebruik van de vleesthermometer.
Wanneer het gerecht de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, gaan de
kerntemperatuur en
klinkt gedurende twee minuten een
geluidssignaal.
5. Druk op een willekeurige toets om
het geluidssignaal uit te zetten.
6. Haal de stekker van de
vleesthermometer uit het
stopcontact en haal het gerecht uit
het apparaat.
NEDERLANDS
13
knipperen. Er