44
4.
Selecteer de Werkelijk gebruikte hoeveelheid, die is
gebaseerd op de hoeveelheid brandstof waarmee is bijgetankt.
5.
Selecteer OK om de instellingen op te slaan. De Brandstof K-
waarde laat nu een nieuwe waarde zien.
Ú Notitie:
Als u meerdere motoren wilt kalibreren herhaalt u
bovenstaande stappen. Kalibreer de motoren één voor één. U
kunt ook alle motoren tegelijkertijd laten draaien en de Werkelijk
gebruikte hoeveelheid delen door het aantal motoren. Hierbij wordt
aangenomen dat de motoren allemaal ongeveer evenveel
brandstof verbruiken.
Ú Notitie:
De optie Kalibreren is alleen beschikbaar als Zet op
vol is geselecteerd en een brandstofstroomsensor is
aangesloten en ingesteld als bron.
Ú Notitie:
Er worden maximaal 8 motoren met een
brandstofstroomsensor ondersteund.
Brandstofpeil
Brandstofpeilconfiguratie is niet beschikbaar op de ELITE-5Ti.
Door een Navico-brandstofpeilapparaat aan te sluiten op een
geschikte tankniveausensor is het mogelijk om de resterende
hoeveelheid brandstof in de tank te meten. Het aantal tanks moet
worden aangegeven in het dialoogvenster Instellingen vaartuig, dat
kan worden geopend op de pagina Opties voor
brandstofinstellingen. Hier kunt u de vloeistofniveau-apparaten
toewijzen aan verschillende tanks.
Selecteer Apparatenlijst op de pagina Netwerk en bekijk het
venster Apparaatconfiguratie voor iedere sensor. Stel de locatie, het
vloeistoftype en de afmeting in voor iedere tank.
Software installeren
| ELITE Ti Installatiehandleiding