6.3.1.3 Storingsmeldingen
Afbeelding 93: Voorbeeld storingsmelding
Druk op de menutoets.
De storing is bevestigd.
Het display toont het D R I V E H O O F D M E N U.
Voer, wanneer de storing niet kan worden
bevestigd, de voorgestelde oplossingen uit
volgens onderstaande tabellen.
Code
Beschrijving
0A-01,
Remote communica-
0B-01
tiefout
0A-02,
Remote-display
0B-02
communicatiefout
0A-03,
Remote-accu communi-
0A-04,
catiefout
0A-05,
0A-06,
0B-03
0B-04
0B-05,
0B-06
Tabel 39: Lijst storingsmeldingen display
MY22H02 - 36_1.0_01.07.2022
Oplossingsrichting
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Schakel het systeem uit.
3
Verwijder de boordcom-
puter uit de houder,
controleer de contacten en
reinig deze zo nodig.
4
Breng de Remote aan.
5
Start het systeem op.
6
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Schakel het systeem uit.
3
Verwijder de accu uit de
houder, controleer de
contacten en reinig deze
zo nodig.
4
Breng de accu aan.
5
Start het systeem op.
6
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
Code
Beschrijving
0A-07,
Remote-speednode
0B-07
communicatiefout
0A-08,
Remote-versnelling
0B-08
communicatiefout
0A-0A,
Remote-oplader
0B-0A
communicatiefout
0A-0B,
Remote-slot communi-
0B-0B
catiefout
Remote identificatiefout 1
0C-00
0C-01
Remote-motor
identificatiefout
0C-02
Remote-display
identificatiefout
Tabel 39: Lijst storingsmeldingen display
Gebruik
Oplossingsrichting
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Schakel het systeem uit.
3
Haal de oplader los van het
systeem en de
contactdoos.
4
Wacht tot de status-LED
dooft.
5
Controleer de aanslui-
tingen van pedelec en
oplader en reinig deze zo
nodig.
6
Sluit de oplader weer aan
op de contactdoos.
7
Sluit de oplader weer aan
op het systeem.
8
Start het systeem op.
9
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Schakel het systeem uit.
3
Verwijder de boordcom-
puter uit de houder,
controleer de contacten en
reinig deze zo nodig.
4
Breng de Remote aan.
5
Start het systeem op.
6
Blijft het probleem
bestaan, neem dan contact
op met dealer.
103