5 Antwoordapparaat
Antwoordapparaat
(modelafhankelijk)
(modelafhankelijk)
Hulp 3 – antwoordapparaat
Antwoordapparaatfuncties afdrukken
Druk op î en 3 om een overzicht van de
antwoordapparaatfuncties uit te printen.
In- en uitschakelen
· In- en uitschakelen
Anonieme meldtekst
In- en uitschakelen aan het toestel
Anonieme meldtekst gebruiken
Wanneer u geen persoonlijke meldtekst op-
neemt, gebruikt het antwoordapparaat de fa-
brieksmatig ingestelde anonieme meldtekst.
Druk drie keer op b om het antwoordapparaat in- of
uit te schakelen. Wanneer het antwoordapparaat inge-
schakeld is, verschijnt het symbool — op het display.
Activeren
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op OK,
71 en OK te drukken.
Meldtekst wijzigen
· Meldtekst wijzigen
Meldtekst opnemen
Meldtekst opnemen
Druk tijdens de weergave van de meldtekst op
C en OK om de tekst te wissen. Met [ stelt
u het volume in. Met j beëindigt u de weerga-
ve.
Meldtekst opnemen
1. Druk op b.
2. Kies met [MELDTEKST.
3. Bevestig met OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op
OK, 75 en OK te drukken.
4. Kies met [MELDT.:OPNEMEN.
5. Bevestig met OK.
6. Druk op OK om de meldtekst op te nemen. Wacht
op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te
beginnen.
Lengte van de meldtekst
De meldtekst moet langer zijn dan 10 en
korter dan 20 seconden.
7. Druk op OK om de opname te beëindigen. De op-
name wordt afgespeeld.
Meldtekst opnemen
Meldtekst opnemen
Mocht de meldtekst te stil zijn, herhaal dan de
opname. Neem voor de opname de hoorn van
de haak en spreek de tekst in de hoorn.
Antwoordapparaat · In- en uitschakelen
Meldtekst beluisteren
1. Druk op b.
2. Kies met [MELDTEKST.
3. Bevestig met OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op
OK, 75 en OK te drukken.
4. Kies met [MELDT.:AFSPELEN.
5. Bevestig met OK. De meldtekst wordt afgespeeld.
Anonieme meldtekst gebruiken
Anonieme meldtekst
U kunt uw persoonlijke meldtekst door de in de fabriek
ingestelde anonieme meldtekst vervangen.
1. Druk op b.
2. Kies met [MELDTEKST.
3. Bevestig met OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op
OK, 75 en OK te drukken.
4. Kies met [MELDT.:STANDAARD.
5. Bevestig met OK. De meldtekst wordt afgespeeld.
Meldtekst zonder berichtopname
gebruiken
Meldtekst zonder berichtopname
U kunt een meldtekst opnemen die de beller kan beluis-
teren zonder een bericht op het antwoordapparaat te
kunnen inspreken (= externe memo).
1. Druk op b.
2. Kies met [ ALLEEN MELDT..
3. Bevestig met OK.
Functie oproepen
U kunt deze functie ook oproepen door op
OK, 76 en OK te drukken.
4. Kies met [ of u de meldtekst zonder berichtopna-
me wilt in- of uitschakelen.
5. Bevestig met OK.
Bestaande boodschap overschrijven
Indien u al een meldtekst hebt opgenomen,
wordt u gevraagd of u de oude meldtekst
wilt gebruiken of een nieuwe tekst wilt op-
nemen. Bevestig met OK.
6. Nieuwe meldtekst opnemen: Druk op OK om
de meldtekst op te nemen. Wacht op het bevesti-
gingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.
Lengte van de meldtekst
De meldtekst mag niet langer dan 10 secon-
den zijn.
7. Druk op OK om de opname te beëindigen. De op-
name wordt afgespeeld.
NL
15