2
VELD POSITIONEREN
Positie van detectieveld en referentie zijn erg belangrijk voor het goed functioneren van de slagboom.
1
Activeer de zichtbare laserstralen met behulp van de
afstandsbediening, om de sensor correct te positioneren.
2
Controleer de positie van de 0° laserstraal met behulp van een
vel wit papier.
U kunt het referentiepunt afstellen op ieder object aan het
einde van de slagboom of verder weg. Zijn oppervlak moet +/-
10 cm zijn en moet stevig zijn bevestigd.
Gebruik de reflectieve sticker als de afstand tussen sensor en
referentie meer dan 5 m is (zie pagina 4)
3
- Het 0° punt moet parallel aan de slagboom zijn.
- Het begin van het openingsveld moet op midden-beenhoogte
zijn.
4
U voltooit het proces door de sensorpositie te vergrendelen.
8
0°
0°
+/- 30 cm
45°
90°
Gebruik dezelfde volgorde om ze uit te schakelen.
Na een kwartier schakelen de stralen automatisch
uit.
Draai de sensor enigszins om zijn as voor
het instellen van de laterale hoek van de
sensor, om het 0° laserpunt op de referentie
te plaatsen.
Indien nodig, past u de kantelhoek van het
detectieveld aan met een inbussleutel.
0°
0°