De VAIO-computer gebruiken >
n
32
N
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
❑ Het toetsenbord gebruiken
(pagina 33)
❑ Het touchpad gebruiken
(pagina 36)
❑ De knoppen voor speciale functies gebruiken
(pagina 38)
❑ De ingebouwde camera gebruiken
(pagina 39)
❑ Het optische station gebruiken
(pagina 40)
❑ Een 'Memory Stick' gebruiken
(pagina 48)
❑ Andere modules/geheugenkaarten gebruiken
(pagina 55)
❑ Het internet gebruiken
(pagina 63)
❑ Het netwerk (LAN) gebruiken
(pagina 64)
❑ Draadloos LAN gebruiken
(pagina 65)
❑ Draadloos WAN gebruiken
(pagina 70)
❑ De Bluetooth-functie gebruiken
(pagina 74)
❑ Vingerafdrukverificatie gebruiken
(pagina 80)
❑ De TPM gebruiken
(pagina 87)